25 Juni 1953.
142
Na heropening brengt de Voorzitter punt III weder in behandeling.
De Voorzitter deelt mede, dat overeenkomstig art. 4 van het reglement
van orde, een commissie van 3 leden moet worden samengesteld, die uit
haar midden een rapporteur benoemt. Spreker verzoekt de heren Hopsta-
ken en Mr Pliester met hem het bureau van stemopneming te'vormen.
Uit de gehouden stemming biijkt, dat zijn uitgebracht, op de heer Mr
Zeelenberg 15 stemmen, op de heer Mr Dr van Bruggen 13 stemmen, op
de heer Reijnders 10 stemmen, op de heer Verhoeven 8 stemmen en op de
heer Mr van Wijk 2 stemmen, zodat de heren Mr Zeelenberg, Mr Dr van
Bruggen en Reijnders zijn gekozen.
De Voorzitter steit de betrekkelijke stukken in handen van deze com-
missie en schorst de vergadering gedurende dit onderzoek.
Na heropening brengt de heer Mr Dr van Bruggen als rapporteur ver-
slag uit van het onderzoek en deelt het volgende advies der commissie
aan de raad mede.
De Commissie van advies voor onderzoek van de geloofsbrieven der
nieuwbenoemde raadsleden adviseert eenstemmig tot toelating van alle
gekozenen, behalve de heer Drs M. Weyers.
Over de toelating van de heer Weyers zijn de meningen verdeeld en
adviseert een der leden tot niet toelatin^, op grond van het feit, dat hij
leraar is aan het R.K. Lyceum ,,Sancta Maria" te Haarlem en aldaar
onderwijs geeft in de klassen, welke behoren tot de z.g. H.B.S. afdeling,
terwijl hij bepaaldelijk les geeft in vakken behorende tot het middelbaar
onderwijs, en derhalve een betrekking vervult van onderwijzer bij het
middelbaar onderwijs en mitsdien een volgens artikel 25 onder h der
gemeentewet met het raadslidmaatschap onverenigbare betrekking be-
kleedt.
De meerderheid adviseert tot toelating van de heer Weyers op grond
van het feit, dat het Lyceum niet is geregeld in de Middelbaar onderwijs-
wet, zodat in meerdere gevallen elders geen bezwaar tegen toelating is
gemaakt van personen, die aan deze inrichtingen les geven, zelfs aan af-
delingen, die voor de H.B.S. als middelbaar onderwijs worden beschouwd.
Door de heer Weyers niet toe te laten zou dus een rechtsongelijkheid
ontstaan, welke alleen door het vernietigingsrecht van de Kroon kan
worden opgeheven. Te dien aanzlen is echter geen enkele beslissing be-
kend, waarbij de Kroon het desbetreffende gemeenteraadsbesluit heeft
nietig verklaard.
Heemstede, 25 Juni 1953.
w.g. J. van Bruggen
W. J. Reijnders
J. H. G. Zeelenberg.
De heer Verhoeven zegt, mede namens de aanwezige leden van zijn
fiactie, zich niet te kunnen verenigen met het standpunt van de meerder-
heid van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven, inzake de
toelating van de heer Drs Weyers. Spreker is n.l. van mening, dat zich
nu hetzelfde geval voordoet als in 1946, toen de raad besloot de heer Drs
v/eyers niet toe te laten, welk besluit uiteindelijk door de Kroon is be-
krachtigd. Nu in de situatie niets veranderd is, zal spreker met zijn fractie
tegen de toelating van de heer Drs Weyers stemmen.
v 661' Mr p"es^er w'l z'jn uit te brengen stem motiveren. Spreker
Jaar geleden zelf deel uitgemaakt van de commissie tot onderzoek
van de geloofsbrieven, welke commissie toen in haar geheel tot de con-
clusie kwam, de heer Drs Weyers niet toe te laten. Nochtans ligt de zaak
vooi hem nu anders, omdat toen geen uitgewerkt advies, waarin de be-
staande jurisprudentie is opgenomen, was overgelegd, hetgeen nu wel