27 Augustus 1953.
184
Het criterium voor het nemen van een besluit op dit terrein is z.i. of een
bedrijf gesloten wil of kan zijn. Door sluiting kan ook oneerlijke concur-
rentie ontstaan. De ene winkelier kan b.v. gemakkelijk een middag slui-
ten, terwijl een ander die dat niet kan, daarin mee moet. Spreker ver-
wacht, dat, zolang de wettelijke regeling onbevredigend blijft, de raad in
iedere vergadering wel dergelijke verzoeken te behandelen zal krijgen. Hij
hoopt, dat elk verzoek met de nodige voorzichtigheid door burgemeester
en wethouders beoordeeld zal worden.
Blijkbaar is de categorie parfumeriezaken nog niet aan de orde voor een
voorstel tot het verlenen van ontheffing der winkelsluitingsverordening,
ondanks dat deze categorie eenstemmig voor ontheffing is.
De heer Hopstaken zegt, dat het niet zo is dat grote zaken in het
algemeen gesloten willen zijn. Het is juist andersom. Neemt men b.v. de
sigarenwinkeliers, dan blijkt, dat de grote zaken tegen sluiting zijn, terwijl
de kleine zaken dat wel willen. Kleine winkeliers hebben er als regel een
baantje bij. Ook zijn er zaken, die voor een groot deel aangewezen zijn
op verkoop aan forensen. Zaken in de Zandvoortselaan kan men, wat de
aard der verkoop betreft, niet vergelijken met de zaken in de Indische
buurt. De Zandvoortselaan is een verlengstuk van het Damrak in Am-
sterdam.
De Voorzitter antwoordt, dat de winkelsluiting een uiterst moeilijk ter-
rein is, waarbij met allerlei belangen rekening moet worden gehouden.
Het is dan ook inderdaad mogelijk, dat nog andere categorieën winkeliers
zich tot burgemeester en wethouders zullen wenden om ontheffing van de
winkelsluitingsverordening te verkrijgen.
Na lang en ernstig beraad hebben burgemeester en wethouders 2 van
de 3 ingekomen verzoeken om ontheffing toe te staan, ingewilligd. Het
is inderdaad een grote onrechtvaardigheid, dat in Haarlem de onderwer-
pelijke zaken open zijn, terwijl dat hier niet het geval is. Voor deze zaken
geldt, dat de eigenaren eenstemmig in hun oordeel zijn en de consequen-
ties van deze vrijstelling te overzien zijn. Voor de parfumeriezaken ligt dat
wel wat anders. Hoewel de parfumeriezaken verzocht hebben om de gehele
week open te mogen zijn, wordt hiertegen van de zijde der drogisten, die
ook parfumerieën verkopen en gesloten moeten zijn, bezwaar gemaakt.
Als de parfumeriezaken van de sluiting worden vrijgesteld, is het te ver-
wachten, dat drogisten en kappers een gelijk verzoek zullen doen. Het is
heel moeilijk hier een scheiding te maken.
De zienswijze van de heer Brink acht spreker wel juist. Een landelijke
regeling zou ongetwijfeld de voorkeur verdienen. Daar staat echter tegen-
over, dat verschillende streken weer tegenstrijdige belangen hebben, ter-
wijl dat ook voor verschillende gemeenten geldt. Ondanks dat spreker de
gedane suggestie om contact met naburige gemeenten op te nemen, goed
acht, verwacht hij daar toch niet veel van, omdat de belangen van de stad
en Heemstede met andere gemeenten ook weer verschillen. Spreker zal
aan deze zaak ernstig aandacht schenken. Elke stap op het terrein van
ontheffing der winkelsluitingsverordening, zal slechts met grote voor-
zichtigheid worden gedaan.
De heer Mr van Wijk constateert, dat dus voor de parfumeriezaken
geen voorstel tot ontheffing der winkelsluitingsverordening te wachten is.
De Voorzitter antwoordt, dat het verzoek der parfumeriezaken tot bur-
gemeester en wethouders was gericht en niet tot de raad. Vandaag is
juist een afwijzende beschikking aan de parfumeriezaken verzonden. Uiter-
aard kunnen zij zich op de raad beroepen.
De heer Brink wijst er op, dat nu voor de chocolaterieën wel ontheffing
der winkelsluiting wordt verleend, een artikel dat ook in diverse andere