29 October 1953.
206
Spreker vraagt, of het werk aan de douche-gelegenheden onderhands
aan een loodgieter wordt opgedragen of dat onder de loodgieters een
soort aanbesteding zal worden gehouden.
Mevr. van Nispen is verheugd, dat met het werk zal worden begonnen.
Zij brengt hulde aan de deskundige manier waarop de commissie van der
Linden deze zaak heeft voorbereid en tijd noch moeite daarvoor spaarde.
Spreekster vindt het jammer, dat zo weinig bewoners der woningcom-
plexen hebben te kennen gegeven een douchegelegenheid te wensen. Het
geldt hier n.l. het brengen van een stuk beschaving, waar men wat voor
over moet hebben. Spreekster hoopt dat goed voorgaan hier goed zal
doen volgen.
De heer Disselkoen, wethouder, de heer Drs Weijers beantwoordend,
zegt, dat het niet de bedoeling is het werk zonder meer aan een loodgieter
op te dragen. Ook is het niet de bedoeling hiervoor een openbare aan-
besteding te houden. De woningverenigingen zullen zelf een onderhandse
aanbesteding onder enkele loodgieters houden. In totaal hebben dan alle
loodgieters een kans op werk.
Spreker wil zich gaame aansluiten bij de woorden van mevr. van
Nispen aan het adres van de commissie van der Linden.
Wat de crediet-aanvrage betreft, het gaat hier om een kwestie van
waterbeschavingwaaraan op deze wijze alle ingezetenen deelachtig
kunnen worden. In tegenstelling met mevr. van Nispen, is spreker echter
van mening, dat het aantal gegadigden geen slecht begin is. Hij is daar-
over tevreden en verheugd, want ondanks de komende 17 huurver-
hoging, hebben pl.m. 100 gezinnen besloten een douche-geiegenheid aan
te doen brengen, terwijl zij in hun omgeving geen voorbeeld van een
douche-gelegenheid hadden, waar zij eens poolshoogte konden nemen.
Spreker herinnert er aan, dat door burgemeester en wethouders oor-
spronkelijk een crediet van 15.000.voor het aanbrengen van douche-
gelegenheid in arbeiderswoningen, is aangevraagd. Toen heeft spreker
het vertrouwen uitgesproken, dat het crediet wel zou moeten worden ver-
hoogd. Nu is het reeds gestegen tot een veelvoud van het oorspronkelijk
gevraagde crediet. Het hierin gestoken geld vloeit geheel in de gemeente-
terug. Spreker blijft rekenen op een verdere uitbreiding van de aan-
vragen voor douche-gelegenheid.
De heer Zegwaart herinnert er aan, dat hij in de vergadering van 29
Apnl heeft gevraagd, of het niet juister zou zijn de gestelde termijn van
aanvrage zo lang uit te stellen, totdat de huurcompensatie die tegenover
de huurverhoging zal worden gesteld, bekend is. Op dat moment moest
echter binnen één week een beslissing worden genomen. Nu bekend is hoe
de huurcompensatie zal uitvallen, vraagt spreker, of het niet beter zou
zijn alsnog onder de bewoners der woningcomplexen een onderzoek in te
stelien of zij iets voor een douche-gelegenheid gevoelen. Dan zou de zaak
meens afgedaan kunnen worden. Spreker beveelt dit idee in de aandacht
van burgemeester en wethouders aan.
Mevr. van Nispen vestigt er de aandacht op, dat zij niet gezegd heeft,
dat de deelneming slecht was. Zij had alleen gehoopt, dat er meer be-
iangstelling voor geweest zou zijn.
De heer Disselkoen, wethouder, antwoordt, dat ook over dit punt dus
^ekende overeenstemming tussen burgemeester en wethouders en de
raad bestaat. Hier mag dus gesproken worden van een goed begin.
Wat de îdee van de heer Zegwaart betreft, antwoordt spreker, dat
burgemeester en wethouders daarvoor open staan; zij zullen trachten
haar te verwezenliiken.