26 Maart 1954.
iOô
spreker is toen gevraagd of zij gelijkwaardig in eapaciteiten waren. Ja,
werd toen geantwoord, anders zouden wij ze niet op de voordracht hebben
geplaatst. De commies B werd toen, omdat hij R.K. was, tot gemeente-
ontvanger benoemd.
Zo werd indertijd een niet-R.K. adjunct commies A, die logischer wijze
tot boekhouder bij openbare werken had moeten zijn benoemd, gepasseerd
voor een R.K. adjunct commies B, die toen benoemd werd.
In het derde geval werd aan de gemeentebedrijven in plaats van de
niet-R.K. boekhouder, als zijn opvolger een R.K. boekhouder benoemd. De
toenmalige wethouder voor de bedrijven heeft spreker toen verklaard, dat
zulks hem niet schelen kon, ook al omdat het hier een normale promotie
betrof. Spreker heeft toen geen bezwaar tegen die benoeming gemaakt.
Dit ten aanzien van het groeperen van cijfers.
Het uitstellen van deze benoeming, zoals de heer Zegwaart beoogt,
noemt spreker onzedelijk. We hebben nu een goede candidaat. De bedoeling
van de heer Zegwaart is, dat, als over enige tijd deze benoeming weer
aan de orde zou komen en er dan toevallig een R.K. sollicitant zou zijn,
mogelijk tot benoeming van een R.K. directeur zou kunnen worden ge-
komen.
Als spreker in de positie van de waarnemend directeur was, dan zou hij
dit niet afwachten, maar direct opstappen. Het voorstel van de heer
Zegwaart is volgens spreker dan ook niet aanvaardbaar.
De heer Ir Kooijmans zegt, dat, nu burgemeester en wethouders met
een voordracht komen om een electro-technisch ingenieur te benoemen,
het voor de naam der gemeente niet goed zou zijn als de raad zou besluiten
tot benoeming van een M.T.S.-er. Wanneer de K.V.P. voorstelt om de eisen
anders te stellen, dan is het redelijk dat dan ook een nieuwe oproep wordt
gedaan. Het stellen van een candidaat door de K.V.P. naast die van bur-
gemeester en wethouders, terwijl deze niet aan de door burgemeester en
wethouders gestelde eisen voldoet, vindt spreker niet juist.
De heer Drs Weijers kan slechts met burgemeester en wethouders
betreuren, dat zij niet de verantwoording voor een der andere sollicitanten
kunnen nemen.
De Voorzitter merkt op, het niet overeenkomstig het parlementair ge-
bruik te vinden, om, wat in een vergadering met een besloten karakter
is gezegd, in het openbaar te bespreken.
Ten aanzien van het voorstel van de heer Zegwaart om de benoeming
uit te stellen, adviseert spreker daarop niet in te gaan, omdat dit voorstel
op een hypothese is gebaseerd. Spreker heeft alle achting voor de kun-
digheid van de heer Zegwaart. Deze kondigt aan, dat, tengevolge van een
komende salarisverhoging voor de burgemeesters, ook de salarissen van
secretarissen, ontvangers en directeuren van bedrijven omhoog zullen
gaan. Spreker wijst er op, dat de burgemeesters een bijzondere positie
innemen. Een komende salarisverhoging voor hen zal dan ook los staan
van verhoging van andere salarissen.
De heer Mr van Wijk, wethouder, zegt, dat als gevraagd wordt of bur-
gemeester en wethouders voor deze functie niet te hoog grijpen, hij ant-
woordt: Ja, bijna, maar nog net niet. Gelukkig kunnen burgemeester en
wethouders hoog grijpen. Zij stellen er prijs op goed bruikbare mensen
in dienst te hebben. Als men een R.K. ingenieur zou passeren voor een
niet-R.K. gediplomeerde van Bingen, dan zou men terecht verontwaar-
digd zijn. Indien ook een R.K. candidaat, die aan de eisen voldoet, aan-
wezig zou zijn. zou het wel prettig zijn aan democratische verlangens
tegemoet te komen.
Naar aanleiding van het voorstel van de heer Zegwaart om de benoe-
ming uit te stellen, merkt spreker op, dat we niet weten wat we morgen