2g Mäart 1954.
107
ding alieen het boUwtechnisch gedeelte betreft. Later zal nog een crediet
worden gevraagd voor het mechanisch gedeelte.
De heer van der Linden zegt, dat het een gelukwens waard is dat de
proef met deze onderhandse aanbesteding geslaagd is.
De heer Regnders sluit zich hierbij aan. Het verdient wellicht aanbe-
veling deze wijze van aanbesteding voor werken van importantie in de
toekomst te blijven volhouden.
De heer van Lent, wethouder, zegt, dat op het ogenblik door een com-
missie de wijze van aanbestedingen wordt bestudeerd, waarbij mogelijk
ook geadviseerd zal worden over het toestaan van onderhandse aanbe-
stedingen. Spreker wijst er nog op, dat het houden van een onderhandse
aanbesteding voor dit bijzondere werk geslaagd mag worden genoemd.
De begroting was 500.000. De inschrijfsom blijft daar dus nog onder.
Dit is een werk waaraan veel risico verbonden is.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
RONDVRAAG.
Toezending raadsstukken.
De heer Drs Weijers vraagt om de raadsstukken een paar dagen eerder
aan de leden toe te zenden. Als eenmansfractie is het voor spreker zeer
moeilijk alle zaken, die worden voorgelegd, in korte tijd na te gaan.
De Yoorz.itter antwoordt, dat altijd weer geprobeerd wordt de stukken
vroeger toe te zenden. Spreker zal met de wens rekening houden.
Klacht over opsiagplaats achter J. Verhulstlaan.
De heer Reijnders heeft vernomen, dat de bewoners van de Joh. Ver-
hulstlaan aan burgemeester en wethouders geadresseerd hebben over het
minder fraaie aanzicht, dat een opslagplaats van zand, grint en stenen
oplevert aan de achterkant van de Joh. Verhulstlaan. Zij hebben daar
echter nimmer antwoord op ontvangen of resultaten van gezien. Spreker
verzoekt maatregelen te nemen dat deze rommel verdwijnt.
De heer van Lent, wethouder, dankt de heer Reijnders, dat hij deze
vraag te voren ter kennis van spreker heeft gebracht. De klacht dateert
van 5 Februari 1953. Zij is dus nog niet verjaard. Naar aanleiding van de
klacht is een onderzoek ingesteld, met als resultaat, dat de eigenaar van
de opslagplaats een aanschrijving is gezonden om hierin verbetering te
brengen. De eigenaar heeft er echter niets aan gedaan. Spreker is het
met de heer Reijnders eens, dat hierin verandering moet komen. Burge-
meester en wethouders zullen dan ook doen wat zij moeten doen om aan
deze puinopslag een beter aanzicht te geven.
Ophalen huisvuil.
De heer Verspoor is het opgevallen, dat het huisvuil in een open wagen
wordt opgehaald. Van een open wagen waaien echter allerlei ongerech-
tigheden af. Spreker vraagt wat de reden is dat geen gesloten wagen
wordt gebruikt.
De heer van Lent, wethouder, antwoordt, dat hij de heer Verspoor niet
gevraagd heeft deze vraag te stellen. Toch is deze vraag hem zeer wel-