1^^
mm
29 April 1954.
113
en daarover ging het eigenlijk, delen burgemeester en wethouders vol-
komen de bezwaren van de financiële commissie.
De heer Mr Zeelenberg heeft terecht op het aparte karakter van de
hypotheekverlening gewezen. Zou dit aparte karakter niet aanwezig zijn,
dan zou het een gewone hypotheek genoemd kpnnen worden. Het per-
centage van het bedrag dat aan hypotheek wordt gegeven, is nu van 80
op 85 van de bouwkosten gebracht. Hiermede îs de deur voor de belang-
stellenden wat wijder opengezet. Wij moeten bij deze kwestie^ r.ie socia e
gedachte in het oog houden, omdat anders velen niet m de gelegenheid
zullen zijn van de bouwkas gebruik te maken.
De heer Mr Dr van Bruggen heeft gevraagd, of het nsico voor
gemeente niet te groot wordt. Spreker wijst er op, dat op deze huizen een
premie van 4000.— tot ,f 4500,- wordt verleend. Het onrendabele gedeel-
te is hiermede gedeeltelijk opgevangen.
Voorts heeft de heer Mr Dr van Bruggen twijfel uitgesproken, of deze
vogelkooitjes over 10 jaar nog wel rendabel zullen zijn. Speker is er van
overtuigd, dat deze woningen dan nog even gewild zullen zijn en dat me.
behoeft te worden gevreesd, dat ze niet bewoond zullen blijven. Dat he
risico voor de gemeente bij deze gang van zaken te groot îs, ontkent spre-
ker. De aanvragen, die reëel zijn, zullen nauwkeurig worden onderzocht,
waarbij de financiële expert van de gemeente zal worden mgeschakeld
De 5 gevallen, die nu behandeld worden, beantwoorden aan de eisen, die
aan de candidaat-hypotheekgevers gesteld mogen worden zodat tegen
aanneming van het ontwerp-besluit geen bezwaar behoeft te bestaan.
De heer Mr Zeelenberg is door het antwoord van de wethouder niet
gerustgesteld. De wethouder heeft wel toegezegd, dat burgemeester en
wethouders met ernst de financiële draagkracht van de aanvragers zullen
beoordelen, maar spreker vreest, dat in de praktijk daarover wat licnt-
vaardig geoordeeld zal worden. De 5 gevallen die nu zijn voorgelegd, wor-
der door de wethouder safe genoemd. Daaronder bevindt zich een getrouwd
man met 2 kinderen, die een inkomen heeft van 3000.—. Als deze een
schuld op zich neemt van een annuïteit van 600. waarbij gevoegd
moeten worden alle kosten die voor rekening van een huiseigenaar komen,
welke met /150.laag gesteld zijn, dan is deze schuld voor de betrok-
kene, gezien zijn inkomen en gezin, veel te hoog te noemen. Dit geval îs
dan ook z.i. niet volkomen safe.
De wethouder heeft voorts zijn vertrouwen uitgesproken, dat de vogel-
kooitjes over 10 jaar nog wel attractief zullen zijn. Zij moeten echter
30 iaar mee. Als men zich realiseert, dat de grootste aflossmg van hei.
kapitaal aan het einde van deze periode ligt, dan zit daarin toch wel een
onzeker element.
De heer van Lent, wethouder, antwoordt, dat in het geval door de heer
Mi' Zeelenberg bedoeld, reeds 6000.door de bouwspaarder is gestort,
zodat het risico nog maar zeer gering is.
De heer Mr Zeelenberg zegt, dat bij een bouwsom van 18.000. -, dan
nog 8.000.— te betalen overblijft. Naar annuïteit berekend, is dan jaar-
liiks nog een belangrijk bedrag af te lossen. Bij verkoop zal een dergelijk
huis misschien /11.000.opbrengen. Dat is 10 beneden het toegestane
leningspercentage. Men kan nu wel optimistisch zijn mzake de betalmg
van de aflossingen, maar het blijft toch maar een boel geld. Spreker
maant tot voorzichtigheid in deze.
De heer van Lent, wethouder, zal hier rekening mee houden.
De heer Zegwaart heeft met aandacht naar de diverse sprekers ge-
luisterd Nu heeft de financiële commissie wel bedenkingen tegen de gang
van zaken naar voren gebracht, maar spreker vraagt zich af, waarorn
