43
J
2e Afd.
BU—A-p-r+1 1954.
JAAKWEDDE DER WETHOUDERS.
Aan de Raad,
De jaarwedden van de wethouders zijn krachtens besluit van Gedepu-
teerde Staten van 4 Juli 1951 no. 298 goedgekeurd bij Koninklijk Besluit
van 27 Juli 1951, no. 10, sinds 16 Maart 1951 bepaald op 3118,50.
De zich steeds uitbreidende gemeentelijke bemoeiingen, welke van de
wethouders eveneens meer werk en tijd vergen, alsmede de sinds laatst-
genoemde datum niet onbelangrijk gestegen kosten van het levensonder-
houd hebben mij ertoe geleid met Gedeputeerde Staten in overleg te treden
om tot een verhoging van deze wedden te geraken, waarbij ik o.m. gewezen
heb op de ook in andere gemeenten ingevoerde verhogingen.
Naar aanleiding van dit overleg heb ik thans de eer Uw vergadering
voor te steilen aan Gedeputeerde Staten dezer provincie te verzoeken de
jaarwedde van elk der wethouders te rekenen met ingang van 1 September
1953 te willen vaststellen op 3750,
De Raad der gemeente Heemstede;
Gezien het advies van de burgemeester, waaruit blijkt, dat verhoging
van de jaarwedden der werhouders te rekenen met ingang van 1 Septem-
ber 1953 gewenst is
Overwegende, dat de in dit advies genoemde motieven een dergelijke
verhoging rechtvaardigen
Gelet op artikel 100 der gemeentewet;
het college van Gedeputeerde Staten dezer provincie te verzoeken de
jaarwedde van elk der wethouders re rekenen met ingang van 1 Septem-
ber 1953 te willen vaststellen op 3750,
Gedaan ter openbare raadsvergadering van iit) Aprii 1954.
De Burgemeester van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
BESLUIT:
De secretaris,
De voorzit.ter.