w9
29 Juli 1954.
161
Resumerend meent spreker, dat de raad goed zal doen met^deze
nu aan te nemen. Alle argumenten voor en tegen zi]n bekend. Het gaat
er niet om of de meningen van de heren Beel en Zegwaart tegenover elkaar
staan Het gaat om argumenten, waarbij die van Minister Beel hem juist
vcerkomen. BHjkens het antwoord, dat de Minister van Bmnen andse
Zaken aan de heer de Kort in de 2e Kamer gaf, zou 80 van de 16-jangen
in opleiding zijn voor een beroep.
De heer Zegwaart is teleurgesteld over het antwoord van de heer Mr
van Wijk Theoretisch heeft deze gelijk, dat er nu mogelrjkheid1 voor verdeie
studie is Practisch ligt het echter anders. Het spijt spreker, dat daarmede
geen rekening wordt gehouden. Spreker zou de naam Beel met genoemd
hebben als de wethouder dit niet had gedaan.
Met bliidschap heeft spreker gehoord, dat de wethouder van mening îs,
daf de klndertoesiagregeling voor kinderen, die middels het leerlmgen-
stelsel te werk zijn gesteld, soepel moet worden toegepast. Het is een
kwestie van uitleg van de regeling.
De Voorzitter wil het laatste wel toezeggen.
De Voorzitter brengt het voorstel van de heer Zegwaart om de leeftqds-
grens van 16 jaar op 18 jaar te bepalen, welk voorstel gesteund wordt door
de heren van der Linden en Hopstaken, in stemming. Het wordt verworpen
m Vöf hef vfonste'l stemden de heren van Hees, Hopstaken, Zegwaart, van
der Linden en van Lent.
De heer Keijnders stelt voor, artikel 10 aan te vullen met de woorden:
„In dit geval geven burgemeester en wethouders hiervan kenms aan d-
raad."
De Voorzitter antwoordt, dat hij de heer Zegwaart reeds toezegde, dat
de regeling soepel zal worden toegepast. De uitvoenng van Je regeimg
behoort tot de competentie van burgemeester en wethouders. Hrj zal de
vraag van de heer Reijnders in het college hespreken.
De heer Mr van Wijk, wethouder, meent, dat men hiermede niet geheim-
zinnig hoeft te doen. Indien een raadslid vraagt of er gevallen geweest
zijn waarin een beslissing genomen is omtrent het verlenen van kmder-
toeslag waarin de regeling niet voorziet, mag hij heus wel weten wat er
gebeurd is.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemmmg
vastgesteld.
XIII CREDIET VOOR LEERMIDDELEN GERRIT BARGERSCHOOL
U.L.O.
Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
74. Leermiddelen lichamelijke oefening Gerrit Barger u.lo. school.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het onderwijs zich
hiermede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XIV. CREDIET VOOR LEESBOEKEN NIC. BEETSSCHOOL.
Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
>75^ Aanschaffen leesboeken Nicolaas Beetsschool.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het onderwijs zich
hiermede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.