107
2o Afd.
28 October 1954.
NADEKE TOELICHXING OP DE CKKDIETAAN V KAGE VOOR EEN
MOBILOFOONINSTALLATIE VOOB DE BEIDE MOTOR-
RIJWIELEN DER POLITIE.
Aan de Raad.
In Uw vergadering van 29 Juli j.l. werd met een geringe meerderheid
van stemmen verworpen een voorstel van ons college, om een crediet van
/f 3000.beschikbaar te willen stellen voor het aanbrengen van een mobi-
loföonsjinstalla^tie op de beide motorrijwielen van de politie. Tijdens de
discussie over dit voorstel, waarbij Úw vergadering niet voltallig was,
werd van enkele zijden het voorstel gedaan dit punt aan te houden, ten
einde gelegenheid te geven wat meer gegevens te verstrekken, die de
noodzakelijkheid van aanschaffing beter konden aantonen. De voorzitter
meende deze oplossing te moeten ontraden, omdat zijnerzijds alle motie-
ven, die voor de aanschaffing spreken, waren aangevoerd en daaraan
geen nieuwe konden worden toegevoegd. Daarbij heeft mede de gedachte
voorgezeten, dat Uw Raad de laatste tijd.'XJCKîCKÎSIÖtXKXiKKatSC belang- Vjlpi
rijke credieten beschikbaar stelde, waardoor evenals met de mobilofoon,
de technische hulpmiddelen konden worden uitgebreid ter besparing van
mankracht. V.
Ons college had daarom zeker niet verwacht, dat de vraag om een
gering crediet voor eenzelfde doel ten behoeve van de politie zou worden
afgewezen. Wij hebben ons daarom over dit punt nog eens ernstig be-"
raden.
Ten einde alsnog tegemoet te komen aan het verlangen van meerdere
leden om dit punt nog eens te kunnen overdenken alvorens daarover een
goed oordeel te kunnen vormen, menen wij er goed aan te doen dit punt
nog eens op de agenda te plaatsen, waarmede wij dan tevens handelen
in de geest van meerdere Uwer leden.
Het lijkt ons goed te beginnen met het slot van de behandeling van
dit punt in Uw vergadering, waar de voorzitter mededeelde, dat hij zich
als hoofd van de politie bij de beslissing van de Raad niet kon neerleggen
en dat hij zich tot hogere instanties zou wenden om deze uitgave op de
begroting te doen brengen. Met nadruk zij hier vermeld, dat deze uitlating
niet moet worden opgevat als een ,,koste wat het koste" willen door-
drijven van eigen standpunt of hobby, maar veeleer als een uiting van
het verantwoordelijk hoofd van politie voor een doeltreffende functionering
van de politiedienst, die zonder deze technische hulpmiddelen niet effectief
kan worden uitgeoefend.
De burgemeester zou het evenwel ten zeerste betreurd hebben wanneer
bedoelde weg zou zijn gevolgd en heeft daartoe nog geen stappen onder-
nomen, omdat hij, zowel als ons gehele college van oordeel is, dat zo enigs-
zins mogelijk de normale weg dient te worden betreden. Dit klemt te
meer nu ons is gebleken, dat enkele Uwer leden, naar ons ter kennis werd
gebracht, thans over het gevraagde crediet een ander oordeel hebben en
dat de financiële motieven, welke werden aangevoerd, niet aan ieder Uwer
volkomen duidelijk zijn. Wij mogen daarom de verschillende motieven
aangevuld en verduidelijkt nog eens aan U mededelen, waardoor een juiste
be/oordeling van het gedane voorstel voor U mogelijk wordt.
De totale sterkte van het politiepersoneel is voor een goede taakvervul-
ling positief te gering. De sterkte werd na de bevrijding in 1945 toege-
staan tot 52 man; deze werd uit bezuinigingsoverwegingen in 1947 terug-
gebracht tot 40 en daarna in 1950 tot 35 man. Met dit corps moeten alle
diensten van de politie worden vervuld, dus de bureaudienst, de recherche-
dienst, de straatdienst en de motorverkeersdienst, terwijl in dit getal
ook de leiding van het corps begrepen is. Wanneer bij het getal van 35 en