211
28 October 1954.
I.
VASTSTELLING NOTULEN DER VERGADERING
VAN 30 SEPTEMBER 1954.
De heer Mr Zeelenberg- zegt, dat op blz. 187 staat aangegeven dat o.a
ook het verzoek van de Makelaarsvereniging om scheiding te maken tussen
adviescommissie voor de woonruimte en de commissie die nader
adviseert over de vorderingen, voor kennisgeving is aangenomen. Dit lijkt
hem wel wat erg droog weergegeven. Spreker meent, dat weliswaar
tegen het voor kennisgeving aannemen, door de raad geen bezwaar is
gemaakt, maar niet dan nadat door de Voorzitter was toegezegd, dat in
zekere zin en zoveel mogelijk met de gemaakte opmerkingen rekening zou
worden gehouden. Spreker komt hier zo speciaal op terug, omdat deze
passage burgemeester en wethouders aanleiding zou kunnen geven om
dit verzoek op dezelfde manier als de andere ingekomen stukken die voor
kenmsgevmg werden aangenomen, zonder meer terzijde te legge'n en aan
adressant niet anders dan een simpel briefje te schrijven dat het verzoek
voor kennisgeving is aangenomen. Spreker zou dit betreuren. Hij meent
dat aan de notulen op dit punt moet worden toegevoegd, dat met de
vorengemaakte opmerkingen rekening zal worden gehouden.
De Voorzitter antwoordt, dat de raad niet heeft willen voldoen aan het
verzoek van deze makelaarsvereniging om eigenlijk twee commissies te
benoemen, althans te verhinderen, dat de commissie, die aan burgemeester
en wethouders inzake woonruimteverdeling advies uitbrengt, tevens zou
worden ingeschakeld voor het adviseren over vorderingen. Burgemeester
en wethouders hebben aan de makelaarsvereniging een brief geschreven
waarin zij mededeling doen dat haar schrijven voor kennisgeving is aan-
genomen. Dit houdt echter niet in dat burgemeester en wethouders geen
rekening zullen houden met datgene wat in de raad naar voren is ge-
bracht, hetgeen eigenlijk een intern iets is tussen de raad en het college.
Spreker wijst er op, dat de raad een commissie benoemt ex art. 8 van
de woonruimtewet en dat deze commissie de vorderingscommissie is dus
geen adviescommissie. Burgemeester en wethouders maken alleen' een
dankbaar gebruik van de diensten der commissie bij de toewijzing van
de woningen. De raad heeft dus alleen maar het recht één commissie
te benoemen. Als het college een instantie zou willen inschakelen om
hem over de woonruimteverdeling te adviseren, dan zou het ook mogelijk
zrjn dat een andere commissie daarvoor wordt aangezocht, wat in som-
mige gemeenten ook gebeurt. Dit staat echter niet ter competentie
van de raad. Spreker heeft toen de suggestie gelanceerd, die hij nog
met met de wethouders had besproken, om de bestaande commissie
bij het behandelen van eventuele vorderingen, aan te vullen met enkele
adviseurs. Deze kwestie is nog bij het college in behandeling. Er zitten
verschillende kanten aan deze zaak en !")ovendien is het moeilijk daarvoor
geschikte personen te vinden. Het voor kennisgeving aannemen van
het verzoek van de makelaarsvereniging wil niet zeggen dat het stuk in
ae prullemand gaat. Het is een formele term, die eigenlijk inhoudt dat aan
het verzoek niet kan worden voldaan. Daarmede was de gehele raad het
eens.
De heer Mr Zeelenberg gelooft dat, indien de makelaarsvereniging van
de Openbare behandeling van haar adres kennis heeft genomen zij toch
wel emgszms teleurgesteld zal zijn met het bericht dat haar adres voor
kenmsgevmg is aangenomen zonder meer, omdat zij daaruit de conclusie
moet trekken dat burgemeester en wethouders daarop iets droger hebben
gereageerd dan wel nodig geweest ware en dat zij ten onrechte met een
kluitje m het riet is gestuurd, ondanks dat men dat niet van plan is
geweest te doen. Hoewel het verzoek niet is ingewilligd, is toch nadere
bestudenng toegezegd. De mogelijkheid bestond zelfs dat een kleine te-