131 2 December 1954. omschreven in artikel 14, behalve indien in overeenstemming met het in lid 2 sub c bepaalde aan het einde van een bebouwingsstrook moet worden gebouwd. Bedoelde breedte bedraagt: voor categorie B ten minste 2.50 m voor nieuw op te richten gebouwen in categorie C: 4.00 m. De bebouwingsdiepte der in het eerste lid genoemde gronden bedraagt 8.00 m, voorzover uit de kaart niet anderszins blijkt. Artikel 4. Eengezinshuizen en vvinkels. Op de gronden, bestemd voor eengezinshuizen en winkels (bebouwings- categorie E), mogen worden opgericht eengezinshuizen en winkels, met bij deze categorieën behorende niet voor bewoning bestemde bijgebou- wen (b.v. garages of schuren), uitsluitend ten dienste van de hoofd- gebouwen, waarbij bedoelde bijgebouwen behoren en met inachtneming van het bepaalde in artikel 17. a. De gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd op en binnen de be- houwingsstroken, waarvan zij de begrenzende lijnen sleehts mogen overschrijden met achteruitbouwen, waarvoor artikel 16 in acht genomen moet worden. b. De voorgevels der hoofdgebouwen moeten worden geplaatst in de naar de weg gekeerde begrenzende lijn van de bebouwingsstroken. c. Wanneer een hoofdgebouw zo dicht bij een einde van een bebou- wingsstrook wordt opgericht, dat volgens deze Voorschriften geen voldoende ruimte zou overblijven om daarnaast nog een woning te bouwen, moet bedoeld hoofdgebouw, zo mogelijk, met één gevel in de korte begrenzingslijn van de bebouwingsstrook worden geplaatst. De gebouwen, als bedoeld in het eerste lid, moeten worden aaneen- gebouwd. De voorgevelbreedte der in het eerste lid bedoelde hoofdgebouwen moet ten minste 6.00 m bedragen. De goothoogte der in het eerste lid bedoelde hoofdgebouwen moet ten minste 5.50 m en mag ten hoogste 6.50 m bedragen. De bebouwingsdiepte der in het eerste lid genoemde gronden bedraagt 10.00 m, voorzover uit de kaart niet anderszins blijkt. Artikel 5. Winkels e.d. Op de gronden, bestemd voor bebouwing met winkels (bebouwings- categorie F), mogen uitsluitend winkels, kantoren en daarmede naar het oordeel van burgemeester en wethouders gelijk te stellen andere, niet voor bewoning bestemde, inrichtingen worden opgericht. De winkels e.d. moeten een grondoppervlakte hebben van 30 m2. De voorgevelbreedte der winkels e.d. moet ten minste 5.00 m bedragen. De goothoogte der winkels e.d. moet ten minste 2.50 m en mag ten hoogste 3.50 m bedragen. De bebouwingsdiepte der in het eerste lid genoemde gronden bedraagt 6.00 m, voorzover uit de kaart niet anderszins blijkt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1954 | | pagina 13