z"n tevoes<' o■"he,"^
2 December 1954. j 1
Artikel 14.
Tuin of agrarische doeleinden.
wo°LfoTerTektbofbTbouwd" °f agra"Sche doeleinden, mogen niet
PAR. III.
I5IJZONDERE BEPALINGEN.
Artikel 15.
Daken.
1. a. Het is verboden meer dan 20 van een gebouw of eebouwenoom.
plex met platte daken of piatten af te dekken
Tlmde fkVlakk,en moeten een hoek maken met het horizontale
vlak van ten minste 25°; flauwer hellende dakvlakken worden voor
c HelÎendeSHlnirg flï- SUb a bePaalde beschouwd als platten.
Hellende dakvlakken mogen ten hoogste voor deel van het onDer-
vlak worden doorbroken met dakvensters.
d. Van een gebouw, waarvoor de maximum goothoogte is beüaald
mag geen deel uitsteken buiten de denkbeeldige vTakken weTke dé
vlakken der betreffende gevels snijden ter hoofte van de mTximum
nTe h r6n terUgVallen onder h°eken van 52° met de horizon
e e bepal'ng 1S nlet van toepassing op ondergeschikte bouwdelen
als schoorstenen, dakvensters e.d.
e. Hellende dakvakken moeten worden gedekt met gebakken pannen
vTutSSm? Van naar bulten geknikte of naar buiten gebogen dak-
toegeTaanZ°ffenaamde gebr0ken daken of Mansarddaken) is niet
g' geineester ,en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verienen
toe^aatbaaTrs SUb 611 voorzover zulks stedebouwkundig
2. Alle daken moeten worden geplaatst met de nok- en gootliinen even-
wijdig aan de lange richting van de bebouwingsstrook
Artikei 16.
Achteruitbouvven.
Een achteruitbouw, als bedoeld in de artt. 3/2a, 4/2a 6/2a 12 en 13 mav
een breedte hebben, gemeten evenwijdig met de achf rgeve,'van ten hf g?
40 van de achtergevelbreedte, een goothoogte van ten hoogste 3 00 m
en een diepte van ten hoogste 2,75 m, met dien verfande da? de t'otaT
•bre^leTT d'e aThTeTgTvel"" gr0ter mag d&n de overblÜvende
Artikel 17.
Bijgebouwen.
verroinderd heV' ^1' ^1' 12.en 13 bed°elde bijgebouwen moeten, on-
f om f dienaangaande in de Bouw- en Woningverordening be-
paalde, voldoen aan de volgende voorwaarden
Z1 m°,gf" ge?n grotere oPPervlakte hebben dan 10 van het totale
perceel (de bebouwde oppervlakte daarvan inbegrepen)
de g°othoogte mag ten hoogste 2.25 m bedragen;