2 December 1954.
238
termijn van drie maanden, van hun beslissing omtrent het raadsbesluit
d.d. 29 Juli 1954, no. 85 ,,Aankoop grond en aanleg industrieterrein
langs Heemsteeds kanaal nabij de gasfabriek";
ij. goedkeuring door gedeputeerde staten bij besluit van 24 November
1954, no. 36, van het raadsbesluit d.d. 29 Juli 1954, no. 85 ,,Aankoop
gron'd en aanleg industrieterrein langs Heemsteeds kanaal nabij de
gasfabriek", voor zoveel betreft punten A en B;
z. idem bij besluit van 10 November 1954, no. 74, van het raadsbesluit
d.d. 28 October 1954, no. 114, „Aankoop perceel Cloosterweg 16".
Bij het proces-verbaal van kasopneming bij apenbare werken. wijst de
heer Verspoor er op, dat daarin de opmerking voorkomt, dat de groot-
boekkaarten twee maanden ten achter zijn. Spreker vraagt of hiervoor
een bepaalde reden bestaat, of dit ingehaald kan worden en of dit mogelijk
een gevolg is van een tekort aan personeel.
De heer van Houten, wethouder, antwoordt, dat bij openbare werken
een kwartaaloverzicht wordt gemaakt. Als het overzicht gemaakt moet
worden, blijven, in verband met de krappe personeelsbezetting, de andere
werkzaamheden even rusten. Het overzicht is nu klaar, waarna de ach-
terstand is ingehaald.
De heer van Lent, wethouder, zal zorgen dat deze achterstand niet meer
voorkomt, door aanschaffing van een nieuwe boekhoudmachine.
De Voorzitter merkt op, dat dit vooruitloopt op een raadsbesluit.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, worden,
zonder hoofdelijke stemming, de stukken genoemd onder a t/m z voor
kennisgeving aangenomen.
aa. Sehrijven van gedeputeerde staten d.d. 27 October 1954 no. 227,
houdende mededeling, dat zij voomemens zijn een regeling te treffen,
waarbij de uitkering-ineens van 6 van de bezoldiging over het 4e
kwartaal 1954, wordt toegekend aan de secretarissen en ontvangers
van gemeenten en de ambtenaren van de burgerlijke stand in deze
provincie. Zij verzoeken hierover het oordeel van de raad.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt,
zonder hoofdelijke stemming, besloten, aan ged. staten mede te delen,
dat er geen bezwaar tegen bestaat de uitkering van 6 over het 4e
kwartaal 1954 ook toe te kennen aan de secretaris, de ontvanger en de
ambtenaren van de burgerlijke stand.
De Voorzitter zegt, thans in bespreking te brengen de ter inzage ge-
legde nota van burgemeester en wethouders over de commissie bedoeld
in artikel 8 der woonruimtewet 1947.
De heer Mr Dr van Bruggen deze nota besprekende, zegt, dat de
argumentatie van burgemeester en wethouders hem niet zo sterk voor-
komt. In de eerste plaats voeren burgemeester en wethouders aan, dat,
als er mensen aan de commissie moeten worden toegevoegd die de proce-
dure niet van het begin af hebben meegemaakt, dit tot moeilijkheden
aanleiding zal geven. Wanneer tot vordering wordt besloten komen er
andere elementen in dan wanneer er zonder meer over toewijzing wordt
beslist. Indien men die twee mensen als adviseur toevoegt, kan het ook
wezen, dat zij, gelet op de voorgeschiedenis, wel degelijk de zaak vrij
gemakkelijk onder de knie zullen kunnen krijgen en een zelfstandig oordeel
over de zaak kunnen geven. Spreker heeft het herhaaldelijk meegemaakt,
dat, indien bij stemming de stemmen staakten, in het reglement een be-
paling voorkwam dat in een dergelijk geval een of twee mensen moesten