6 Januari 1955. 4
en, bij verhindering van hun vertegenwoordiger, uit hun midden een
plaatsvervanger aanwijzen.
2. Van elke aanwijzing als bedoeld in het eerste lid van dit artikel geeft
het betreffende College van Burgemeester en Wethouders schriftelijk
kennis aan Burgemeester en Wethouders van Haarlem.
Artikel 10.
Het bestaan van één of meer vacatures in de Commissie zal de uit-
oefening van haar taak op generlei wijze beperken of beletten.
Artikel 11.
De vertegenwoordiger der gemeente Haarlem is voorzitter der Com-
missie.
Artikel 12.
De Commissie wordt bij haar werkzaamheden terzijde gestaan door een
secretaris, te benoemen door Burgemeester en Wethouders van Haarlem.
Artikel 13.
De Commissie vergadert ten minste eenmaal per kwartaal en voorts
zo dikwijls de voorzitter of tenminste twee der leden zulks nödig oordelen,
Artikel 14.
1. Ieder lid der Commissie brengt één stem uit.
2. Besluiten der Commissie worden genomen met völstrekte meerderheid
van stemmen. Over zaken wordt mondeling, bij hoofdelijke oproeping
gestemd, over personen bij gesloten en ongetekende briefjes.
3. Indien bij het nemen van een besluit over een zaak door geen der leden
stemming wordt gevraagd, wordt het voorstel geacht te zijn aan-
genomen.
4. Bij staking van stemmen wordt het nemen van een besluit tot een
volgende vergadering uitgesteld, waarin de beraadslagingen kunnen
worden heropend.
5. Bij staking van stemmen omtrent zaken ook in deze vergadering wordt
het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.
6. Indien omtrent personen de stemmen bij herstemming staken, beslist
terstond het lot.
Hoofdstuk IV.
DE MIDDELEN.
Artikel 15.
De jaarlijkse kosten, verbonden aan de uitvoering van deze regeling,
worden bestreden uit:
a. bijdragen van de aan deze regeling deelnemende gemeenten;
b. subsidies van Rijk, Provincie of andere overheidslichamen;
c. eventuele andere middelen.
Artikel 16.
Het dienstjaar ioopt van 1 Januari tot en met 31 December.