4
6 Januari 1955.
Artikel 17.
1. Jaarlijks vöôr 1 Juli stellen Burgemeester en Wethouders van Haarlem
de voor het volgend dienstjaar door hen opgemaakte ontwerp-begroting
voor de uitvoering van deze regeling om advies in handen van de
Commissie.
2. De Commissie tarengt het in het vorige lid bedoelde advies uit binnen
één maand.
3. De vaststelling der begroting geschiedt door de raad der gemeente
Haarlem.
Artikel 18.
1. Jaarlijks terstond na de voorlopige vaststelling van de gemeente-
rekening van Haarlem, zenden Burgemeesteren en Wethouders van
Haarlem, na ingewonnen advies van de Commissie, aan de Colleges
van Burgemeester en Wethouders een rekening van inkomsten en
uitgaven en een verslag van de ter uitvoering van deze regeling over
het afgelopen jaar verrichte werkzaamheden.
2. Gelijke toezending geschiedt aan de Geneeskundig Inspecteur van de
Volksgezondheid in algemene dienst, belast met de geestelijke volks-
gezondheid en aan de Geneeskundig Inspecteur van de Volksgezond-
heid in de Inspeetie Noordholland.
Artikel 19.
1. De bijdragen, bedoeld in artikel 15, onder letter a worden jaarlijks aan
de hand van de begroting voorlopig vastgesteld naar evenredigheid van
het aantal inwoners der deelnemende gemeenten op 1 Januari van het
betreffende dienstjaar, overeenkomstig de door het Centraal Bureau
voor de Statistiek vastgestelde cijfers. Indien deze cijfers nog niet
bekend zijn, treden daarvoor in de plaats de laatstelijk vastgestelde
cijfers.
2. Op de overeenkomstig het bepaalde in het vorige lid berekende bij-
dragen, verschuldigd door andere gemeenten dan Haarlem, wordt een
korting van dertig ten honderd toegepast. Deze korting komt ten laste
van de gemeente Haarlem.
3. De gemeente Haarlem ontvangt elk jaar van de overige deelnemende
gemeenten een voorschot, gelijk aan het aandeel in het bij de begro-
ting geraamde bedrag der kosten van uitvoering van deze regeling.
Dit voorschot wordt telkens bij de aanvang van een kwartaal voor
14 gedeelte aan de gemeente Haarlem betaald.
4. De definitieve vaststelling van de bijdragen geschiedt aan de hand
van de rekening en verantwoording, na afloop van het jaar waarvoor
zij geldt. De gemeente Haarlem ontvangt van de overige deelnemende
gemeenten het resterende gedeelte van hun bijdragen in de kosten
binnen één maand na de voorlopige vaststelling dier rekening en
verantwoording.
Artikel 20.
1. De voor de uitvoering van deze regeling benodigde gelden worden
door de gemeente Haarlem zo nodig bij voorschot betaald.
2. Voor de bij voorschot betaalde gelden, bedoeld in het eerste lid van dit
artikel, brengt de gemeente Haarlem geen rente in rekening.
3. De gemeente Haarlem vergoedt geen rente voor de gelden, welke zij
uit hoofde van deze regeling onder haar beheer heeft.