8
2e Afd.
6 Januari 1955.
CREDIET VOOR VOORZIENING AAN DE WATERTOREN.
Aan de Raad.
Zoals U bekend is werd in de begroting voor het duinwaterbedrijf voor
1954 een bepaald bedrag geraamd voor het verriehten van herstelwerk-
zaamheden aan de watertoren. Deze werd in 1910 gebouwd en is dus
ongeveer 44 jaar in gebruik. Bij de bouw is gewapend betonconstructie
toegepast. Rekening houdend met het jaar van bouw is het niet te ver-
wonderen dat er wegens roestvorming en afbrokkeling van beton dringend
behoefte bestaat aan revisie.
Alvorens voor dit doel een crediet aan te vragen heeft ons college zich
zeer ernstig beraden of inderdaad tot revisie moet worden overgegaan, dan
wel of naar een andere oplossing moest worden gestreefd. Wij hebben
ons over deze hele materie van meerdere zijden deskundig laten voor-
lichten, omdat onze gedachten aanvankelijk uitgingen naar een voor-
ziening door middel van een laag reservoir met een daarbij behorende
pompinstallatie, waarbij wellicht de watertoren zou kunnen worden
gemist.
Op grond van de door ons ontvangen adviezen zijn wij tot de conclusie
gekomen dat het niet alleen economischer maar ook bedrijfszekerder is,
wanneer de watertoren in tact wordt gelaten. De watervoorziening met
een torenreservoir geeft een grotere rust en meer vertrouwen.
Wij hebben onder deze omstandigheden besloten U voor te stellen over
te gaan tot herstel van de watertoren.
In samenwerking tussen de directeur der bedrijven en de directeur van
openbare werken is voor dit doel een bestek samengesteld. Hierin is alleen
het herstel verwerkt.
Het bleek bij nader onderzoek zeer gewenst ook de lekkende buis-
leidingen binnen de toren te herstellen en schoon te maken. Voorts is het
nodig het reservoir te reinigen en van een beschermende oppervlaktehuid
te voorzien en ook om het reservoir stofvrij af te dekken met een houten
vloer op liggers. Uit een oogpunt van de volksgezondheid zijn deze voor-
zieningen geboden.
Voor de bijkomende werken kan voordeel worden getrokken uit de
aanwezigheid van de steigers van het hoofdwerk.
De twee werkmethoden voor het opbrengen van spuitbeton, welke voor
de toepassing in aanmerking kwamen, zijn door de beide directeuren
grondig onderzocht. Dit onderzoek strekte zich uit tot besprekingen met
twee op dit gebied gespecialiseerde aannemers, tot het bezichtigen van door
hen herstelde watertorens, toegelicht door deze aannemers en door de direc-
ties, tot het inogenschouwnemen van de beide werkmethoden op in uitvoering
ziinde objecten en tot het inwinnen van inlichtingen bij het Rijksinstituut
voor Drinkwatervoorziening, welk instituut aan de hand van een aantal
door hem geleide herstellingen, een ruime ervaring op dit gebied heeft.
Het onderzoek heeft tot de slotsom geleid, dat op grond van een betere
techniek, zowel als door grotere bekwaamheid van aannemer en uit-
voerend personeel, de werkwijze van de firma J. H. S. Vogel te Zwijn-
drecht aan de te stellen eisen voldoet en zpnder twijfel de voorkeur
verdient. Het werk zou uit de genoemde overwegingen aan genoemde
firma onderhands dienen te worden aanbesteed.