16
6 Januari 1955.
In artikel 3, 3e lid, is de bepaling opgenomen dat voor de benoeming
van ambtenaren, niet behorend tot het administratief of huishoudelijk
personeel, na het tijdstip van inwerkingtreden dezer regeling, de com-
missie wordt gehoord. Daarvôör staat in dit artikel onder lid 2, dat het
personeel, dat op dit ogenblik in dienst is, belast zal blijven met 'de werk-
zaamheden die het verricht. Spreker gelooft best dat een en ander in
goede handen is, maar toch wil hij graag eenheid hebben. Spreker vraagt
zich af op welke wijze hierin zou kunnen worden voorzien.
De heer Mr Dr van Bruggen zegt, dat dit voorstel de raad in een be-
paalde phase bereikt en practisch gesproken de raad maar een ding over-
blijft, n.l. ja of nee te zeggen. De heer Zegwaart heeft er reeds op ge-
wezen, dat de invloed van de gemeenteraad nihil is, d.w.z. wij moeten
betalen en in Haarlem wordt de zaak geadministreerd en beheerd De
enige invloed die wij hebben is, dat er in de commissie van advies een
wethouder zitting krijgt.
Een bekende uitspraak van Spinoza is: ,,EIk wezen streeft naar zelf-
handhaving." De bestaande regeling in Haarlem heeft een bepaalde struc-
tuur en die wordt nu uitgebreid met een sociaal-paedagogische nazorg.
Intussen hebben we in de provincie de Stichting voor de geestelijke volks-
gezondheid gekregen. Deze stichting werkt op een bepaalde manier, n.l.
coordmerend en de mensen brengend waar zij thuis behoren of met andere
woorden, deze stichting richt nadrukkelijk de mensen naar de geestelijke
sfeer waarin zij leven. Dat is een bepaalde werkmethode van coördineren
en stimuleren van datgene wat er zich in de samenlevins: od dit p'ebied
heeft ontwikkeld.
De regeling in Haarlem, die practisch gesproken een dienst is, werkt
met psychiatrisc.he en allerlei andere deskundigen. Beziet men het pro-
gramma van de psychiatrische voor- en nazorg en de sociaal-paedagogi-
sche nazorg en zou er dan iemand zijn, die zou zeggen dat dit niets heeft
te maken met levensbeschouwing, dan vraagt spreker zich af wat dan
nog wel met levensbeschouwing te maken heeft Dit grote programma
zal, naar sprekers mening, alleen zijn instemming kunnen hebben, indien
tei' aanzien van wat in Haarlem gebeurt, dezelfde coördinerende taak
wordt vervuld en de mensen worden gebracht in de sfeer waarin zij thuis
horen. Dit grote programma eist bovendien een zeer sterke specialisatie.
Indien men dit in provinciaal verband zou houden, zou er veel meer ge-
legenheid bestaan deze specialisatie all round toe te passen. Spreker zou
daarom willen vragen of ons niet kan worden toegezegd, dat er na.uwe
samenwerking zal gaan ontstaan tussen wat in Haarlem is en de stichting
voor de geestelijke volksgezondheid in de provincie.
Nu heeft men gezegd en dat is een argument, dat spreker toch niet
helemaal duidelijk is, ,,dit is een publieke zaak en die moet publiek be-
handeld worden." Een betrekking tot openbare verantwoording ziet spre-
ker daar niet in. Als men sterk strijdt voor een publiekrechtelijke zaak,
dan kan spreker dat formeel begTijpen. Maar hoe denken burgemeester en
wethouders dan over de Vereniging van Nederlandse Gemeenten? Dat is
een vereniging met een privaatrechtelijk karakter, maar als er één ver-
emgrng is die een enorme invloed heeft en die erkend wordt als straks
°nze dubbeltjes verdeeld moeten worden, dan is het wel deze. Als dit een
aigument moet vormen tegen de stichting voor de geestelijke volksge-
zondheid, dan begrijpt spreker dit niet. Bij die stichting worden de parti-
cipanten wel degelijk betrokken. Het is spreker niet duidelijk dat men dit
argument gebruikt om te zeggen ,,en daarom hebben wij dit aan het col-
'ege van burgemeester en wethouders toegedacht."
Het is een nuttige maar een delicate zaak. Spreker heeft geen vrij-
moedigheid dit voorstel te verwerpen. Hij heeft het volle vertrouwen, dat
men deze belangrijke taak in Haarlem op een behoorlijke manier zal ver-