4e Afd. 27 Januari 1955. 12
ZUrVEKINUSINRICHTING VOOR RIOOLWATER.
Aan de Raad.
Bij Uw besluit van 30 November 1950, no. 106 stelde U een crediet groot
742.000,beschikbaar voor de bouw van een rioolwaterzuiveringsinrich-
ting. Voorbijkomende werken was hierin een post, groot 36.500,
opgenomen, welke als volgt was onderverdeeld:
Verwijderen van het gemaal aan de Heemsteedse Dreef, en
het maken van een nooduitlaat naar de haven 30.000,
Voltooien toegangsweg naar de zuiveringsinstallatie 4'°nn
Uitdiepen van de afvoersloot f 2-5°0>
Doordat de lozing van het van de zuiveringsinriehting afkomstige water,
om de hieronder uiteengezette reden, niet zal geschieden door de afvoer-
sloot, maar door een betonnen riool met uitlaatwerk, waarvan de kosten
in de aanneemsom van de thans in uitvoering zijnde werken begrepen
zijn, komt het bedrag van /2.500,— in mindering van de post van
/36.500,Voor de te bouwen inrichting blijft dus een crediet beschikbaar
van /742.000,/36.500,/2.500,/708.000,
Uit een voor U ter inzage liggend overzicht van de kosten der riool-
waterzuiveringsinrichting blijkt, dat de totale kosten 760.000, zullen
worden, zodat een tekort van 52.000,ontstaat op het toegewezen
crediet.
De navolgende oorzaken hebben tot dat tekort geleid:
Het credlet werd in 1950 verleend, op grond van een in dat jaar opge-
stelde begroting, exclusief administratie- en bedrijfskosten van Openbare
Werken. De aanbesteding vond echter eerst plaats op !24 Maart 1954. In
de periode 1950-1954 zijn de lonen en de prijzen van de materialen aan-
merkelijk gestegen, zodat de aanneemsom in verband daarmede ook be-
langrijk hoger werd dan aanvankelijk was geraamd. Daarbij komt nog,
dat de lonen na de aanbesteding nogmaals een stijging ondergingen.
Ook zou afvoer van het gezuiverde water aanvankelijk plaats vinden
door een voor dat doel te verbeteren bestaande sloot.
Met deze verbetering zou een bedrag van 2.500,- gemoeid zijn, doch
om het jaarlijks terugkomende onderhoud en het risico van het niet goed
functionneren van een dergelijke afvoer te ontgaan, werd noodzakelijker-
wijze overgegaan tot het maken van een betonnen riool met uitlaatwerk.
De kosten hiervan bedroegen f 29.692,waardoor een prijsverhoging
ontstond, ten opzichte van het uitdiepen van de sloot, van 27.192,
Onder mededeling, dat de commissie voor Openbare Werken zich met
deze verhoging ten volle kan verenigen, verzoeken wij U, door vaststelling
van bijgaand ontwerp-besluit, een aanvullend crediet voor de bouw van
een rioolwaterzuiveringsinrichting, groot 52.000,te onzer beschikking
te stellen.
De afschrijving van het totaal benodigde bedrag voor de bouw en in-
richting der rioolwaterzuiveringsinstallatie ad 742.000,plus 52.000,
of 794.000,— stellen wij U, in afwijking van ons terzake gedaan voorstel
d.d. 22 November 1950 voor te doen geschieden als volgt:
671.000,voor gebouwen, huizen en speciale apparaten in 40 jaar;
/52.500,voor instrumenten en electrische apparaten in 30 jaar;
36.500,voor pompen en spoormaterialen in 20 jaar en 34.000, - voor
bijkomende kosten in 10 jaar.
Heemstede, 19 Januari 1955.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
T. M. Schelling.