OPENBARE VERGADERING
van de Raad der Gemeente Heemstede
op Donderdag, 27 Januari 1955, des nam. om 7 uur.
27 Januari 1955,
23
Voorzitterde heer Mr A. G. A. ridder van Rappard, burgemeester.
Tegenwoordig zijn de leden: Mevr. J. van Nispen-van Wely en de heren
0. A. Brink, Mr Dr J. van Bruggen, K. J. Dijkstra, W. J. H. van Hees,
A. C. Hopstaken, Ir J. Kooijmans, N. J. van der Linden, W. J. Reijnders,
M. D. Scheer, Th. J. H. Verhoeven, A. J. J. Verspoor,' Drs M. Weijers,'
Mr J. H. G. Zeelenberg, P. Zegwaart en de wethouders H. J. W. B. Dissel-
koen, A. J. van Houten, E. J. van Lent en Mr O. H. van Wijk
Secretarisde heer T. M. Schelling.
De Voorzitter opent de vergadering op de gebruikelijke wijze.
De heer Dijkstra wordt door het lot aangewezen om bij eventuele stem-
mingen het eerst zijn stem uit te brengen.
AGENDA:
1. Vaststelling notulen der vergadering van 6 Januari 1955.
2. Ingekomen stukken en mededelingen.
3. Straatnaam (10).
4. Aanvullend crediet voor rioolwater-zuiveringsinstallatie (12).
5. Voorbereiding herziening uitbreidingsplan voor terrein gelegen wes-
telijk van Herenweg, zuidelijk van „Ipenrode", noordelijk van Man-
padslaan en oostelijk van Leidsevaart (11).
6. Schadevergoedingsverordening uitbreidingsplannen (13).
7. Toepassing schadevergoedingsverordening op herziening LIIIc van
het uitbreidingsplan (13a).
8. Crediet voor inrichting gedeelte Raadhuisplein 17 voor bureau huis-
vesting (15).
9. Benoeming leden van de Welstandscommissie (14).
10, Rondvraag.
I. VASTSTELLING NOTULEN DER VERGADERING VAN
6 JANUARI 1955.
De heer Zegwaart zegt, naar aanleiding van het door hem gesprokene,
vermeld op bladzijde 11, dat, zoals het hier staat, het doodernstig bedoeld
is. Spreker heeft er echter min of meer een grapje van gemaakt. Hij
meent te kunnen volstaan met hier even de aandacht op te vestigen.
Naar aanleiding van het door hem gesprokene, vermeld op bladzijde 15,
laatste alinea, merkt spreker op, dat hij na een interruptie van de voor-
zitter, gezegd heeft, dat deze commissie ook zou kunnen bestaan uit enkel
leden van de Partij van de Arbeid of van de christelijke groeperingen.
Ook hier komt het door spreker gemaakte grapje niet tot uitdrukking,
integendeel, geeft aan het gesprokene een andere betekenis. Spreker stelt
daarom voor de twee laatste zinnen te laten vervallen.
Op voorstel van de Voorzitter kan de heer Zegwaart er mede accoord
gaan dat in de voorlaatste regel tussen de woorden bezwaar en hebben
wordt ingevoegd „kunnen".
De notulen worden vervolgens, met inachtneming van de voorgestelde
wijziging, vastgesteld.