tred te houden met de verhoging; der uitgaven. Ten aanzien van de berekening der belastinguitkering is bij de behande- ling van het wetsontwerp in de Tweede Kamer wel een wijziging ge- komen. Als gevolg daarvan wordt het basisbedrag per inwoner voor deze uitkering thans verkregen door berekening van het verschil tussen 125 van de laatste vôör 1 September 1954 door de Minister van Pinanciën vastgestelde raming van de aan de gemeente ten goede komende opbrengst van de ondernemingsbelasting over het belastingjaar 1950 en het bedrag der hoofdsommen grondbelasting, boekingstijdvak 1951/'52 en personele belasting, boekingstijdvak 1850/51 te delen door het aantal inwoners op 1 Januari 1852. Deze raming werd door de Minister vastgesteld op 376.327,58, zodat 125 daarvan 470.409,47 bedraagt. De opbrengst der ondernemings- belasting, waarvan aanvankelijk werd uitgegaan beliep /348.000,Het bedrag per inwoner is hierdoor van 2,40 gestegen tot 7,33. Mede als gevolg van de mededeling van de Minister dat deze uitkering voor het jaar 1955 op 107 van het basisbedrag is bepaald, ondergaat de raming der belastinguitkering ten opzichte van de oorspronkelijke raming voor het jaar 1954, weike aanvankelijk was berekend naar een percentage van 99,25, hetwelk echter nader is bepaald op 108, een verhoging van rond 140.000, Bij de bepaling der percentages van de algemene- en de belasting- uitkering over 1955 is nog geen rekening gehouden met de laatste loon- ronde van 6 voor het gemeentepersoneel. Op verzoek van de Minister is in de begroting dan ook geen rekening gehouden met de gevolgen daarvan. Blijkens de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer inzake het ontwerp der schoolgeldwet, zal de belastinguitkering een verhoging onder- gaan ter compensatie van het gemis aan de opbrengst der schoolgelden. Op grond van de voorgestelde regeling kan het basisbedrag per inwoner 6,98 hoger worden gesteld. Bij vergelijking met de aanvankelijk voor dit jaar verwachte opbreng- sten van de schoolgelden en van de compensatie-uitkering van het Rijk wegens gezinsreductie en tariefsverlaging van het schoolgeld blijkt uit deze maatregel uiteindelijk voor onze gemeente een voordelig verschil te resulteren van rond 11.500, Het werd minder juist geoordeeld om zolang de Schoolgeldwet nog niet tot stand is gekomen, al een verhoogde belastinguitkering te ramen en de ramingen der schoolgelden c.a. te doen vervallen. Niettemin is in deze laatste ramingen bovengenoemd voordelig verschil verdisconteerd. Rijksvergoeding Politiekosten. Blijkens een circulaire van de Minister van Binnenlandse Zäken van 10 September j.l., waarbij een opgave werd gevraagd van de werkelijke politie-uitgaven in deze gemeente over het jaar 1953, verkeerde de her- ziening van het Besluit vergoeding politiekosten 1950 toen nog in het stadium van vööroverleg der betrokken instanties. Kort geleden kwam echter te onzer kennis, dat de gewijzigde regeling thans binnenkort kan worden verwacht. Inmiddels is van de commissaris der Koningin een brief ontvangen, waarin mededeling wordt gedaan van het voornemen om vanwege het Departement van Binnenlandse Zaken bovendien nog een nieuwe steekproef te doen nemen in 32 van de 124 gemeenten met gemeente-politie om tot een nog juistere en reëlere bepaling van de norm- vergoedingen voor de politie-uitgaven te komen. Ook onze gemeente zal in deze proef worden betrokken. Wederom is van de zijde van het Ministerie nog eens bevestigd, dat het ernstig streven er op gericht is om bij normale samenstelling en uitrus-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1955 | | pagina 2