29
31 Maart 1955.
waargenomen ambt worden verhoogd met zoveel periodieke
veihogingen, als noodzakelijk zijn om de vervanger een toe-
iage te doen genieten, die tenminste gelijk staat met het
bedrag van twee periodieke verhogingen aan de eigen rang-
verbonden.
2. Indien bujten het geval van straf aan een ambtenaar de
waarneming van een lager bezoldigde betrekking wordt op-
gedragen, blijft hij in het genot van zijn gewone bezoldiging
3. De regeling, vervat in het eerste lid, is niet van toepassing
brj vervanging van een hoofd van dienst.
Bij een zodanige vervanging zal voor elk geval de vergoeding
door de raad worden bepaald.
Artikel 25b.
Indien de aanwijzing in art. 25a bedoeld slechts een gedeeltelijke
veivanging omvat, wordt het bedrag der vergoeding door bur-
gemeester en wethouders vastgesteld.
Na artikel 42 wordt ingevoegd
Artikel 42a.
1. Geniet de ambtenaar krachtens wettelijk voorgeschreven of
onverplicht door de gemeente gesloten verzekering een gel-
delijke uitkering ter zake van een ongeval, hem in verband
met de uitoefening van zijn ambt in dienst der gemeente
overkomen, dan zal op zijn bezoldiging deswege inhouding
plaats vinden, echter ten hoogste tot het bedrag van de uit-
kenng.
2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in bijzondere g-e-
vallen van deze regel af te wijken.
Na artikel 51 worden de volgende artikelen ingevoegd.
Artikel 51a.
1. De ambtenaar heeft recht op zijn bezoldiging tot de dag van
mgang van het ontslag uit zijn ambt of tot en met de dag van
overlijden. Is de bezoldiging reeds tot een latere dag uit-
betaald, dan wordt het meerdere verrekend met de som in
de volgende leden bedoeld.
2. Overhjdt een ambtenaar, die geen weduwe of kinderen jon-
ger dan 18 jaren, achterlaat en niet is kostwinner voo'r ziin
ouders of voor zijn broers of zusters, jonger dan 18 jaren,
dan wordt aan de rechthebbende een uitkering gegeven gelijk
aan de wedde van de overleden ambtenaar over een tiidvak
van 14 dagen.
3. Overlijdt een ambtenaar, die een weduwe of kinderen jonger
dan 18 jaren achterlaat, of kostwinner is voor zijn ouders
o voor zÖn broers of zusters, jonger dan 18 jaren dan wordt
aan deze een uitkering gegeven, tot een bedrag gëlijk aan de
wedde over de helft van het aantal volle weken, dat de
ambtenaar laatstelijk in onafgebroken dienst der gemeente
îs geweest, met een minimum van 4 weken en een maximum
van 3 maanden.
5. Burgémeester en wethouders beoordelen of een ambtenaar
kan worden beschouwd als kostwinner bedoeld onder 2 3
en 4.