29
31 Maart 1955.
Artikel 51b.
1. Indien een ambtenaar voor de vervulling van zijn betrekking
een bepaalde woning moet bewonen, kan bij zijn overlijden
het door hem nagelaten gezin nog gedurende drie maanden
na de dag van het overlijden van die woning gebruik blijven
maken, onder het genot van de emolumenten welke in ver-
band hiermede werden genoten.
2. Laat de ambtenaar geen gezin na, dan wordt aan zijn erf-
genamen een termijn van 14 dagen, in te gaan op de dag van
overlijden, toegestaan om de door hem gebruikte woning te
ontruimen.
3. Voor het geval het belang van de dienst verder gebruik van
de woning niet of slechts gedurende kortere tijd toestaat,
moet de woning binnen de door burgemeester en wethouders
te stellen termijn worden ontruimd. Alsdan wordt aan het
gezin over de ontbrekende termijn een vergoeding toegekend.
4. Voor de dienst bestemde gedeelten der woning moeten voor
de dienst beschikbaar blijven.
E. te bepalen dat dit besluit geacht wordt in werking te zijn getreden
op 1 Januari 1954.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van 31 Maart 1955.
De secretaris,
De voorzitter,