26
4e Afd.
31 Maart 1955.
WAABBORG VAN BORGSTELLINGEN VAN HET WAARBORG-
INSTITUUT VOOR DE TUINBOUW IN NOORD-HOLLAND.
Aan de Raad,
Door middel van het in 1951 tot stand gekomen Borgstellingsfonds voor
de Landbouw bestaat de mogelijkheid dat aan boeren en tuinders, die
door verbetering van hun bedrijf de rentabiliteit daarvan willen vergroten,
borgstellingen worden verleend tot 50 van het te investeren bedrag.
Voor de andere 50 moet de credietvrager zelf zorgen, hetzij uit eigen
middelen, hetzij door een lening, waarvan hij, voor zoveel nodig, zelf
zekerheid of borgen weet te vinden. Dit betekent, dat de tuinder, die niet
over eigen middelen beschikt en evenmin de mogelijkheid voor goede
borgen heeft, met het Borgstellingsfonds voor de Landbouw niet gebaat
is. Teneinde aan de met name in tuinderskringen bestaande behoefte aan
een aanvullende voorziening, welke het ook voor deze categorie mogelijk
maakt credieten op te nemen voor de verbetering en modernisering van
haar bedrijf, tegemoet te komen, is enige maanden geleden in deze pro-
vincie de Stichting Waarborginstituut voor de Tuinbouw in Noord-Holland
opgericht. Deze Stichting stelt zich ten doel zodanige verbetering van
tuinbouwbedrijven te bewerkstelligen, dat de rentabiliteit daarvan wordt
vergroot, door het verschaffen van borgstellingen tot zekerheid van geld-
leningen, welke daartoe worden verstrekt aan tuinders, die hun wettelijke
woonplaats hebben in Noordholland of aan rechtspersonen, die in deze
provincie gevestigd zijn. Het algemeen bestuur der Stichting bestaat uit
provinciale figuren uit landbouwkundige kringen. Zij werkt reeds in het
bloemisterijgebied Aalsmeer, in het tuinbouwgebied Langedijk en in het
Gooi. Het is evenwel aan het bestuur gebleken, dat ook de tuinbouw in
andere delen der provincie behoefte heeft aan deze mogelijkheid van
credietvoorziening. Het verzocht ons daarom te willen berichten of deze
gemeente bereid is aan deze nieuwe vorm van credietverschaffing mede
te werken.
Uit de voor U ter inzage liggende stukken blijkt de werkwijze van het
Waarborginstituut. In het kort komt deze hierop neer, dat het benodigde
investeringskapitaal verschaft wordt door een Bank ter keuze van de
credietaanvrager. Het Instituut verleent slechts haar medewerking in die
gevallen waarin het Borgstellingsfonds voor de Landbouw voor 50 van
het benodigde kapitaal aan de garantie deelneemt.
De garantie voor het restant wordt verdeeld als volgt
15 ten laste van de Provincie Noordholland;
15 ten laste van de gemeente waar de credietvrager woont of ge-
vestigd is
10 ten laste van de veiling waar de credietvrager zijn producten veilt;
10 voor risico van de Bank die de lening verstrekt.
De aan deze vorm van credietverlening deelnemende gemeente kan dus
uiteindelijk ten hoogste komen te staan voor het deel van de door het
Instituut eventueel te lijden schaden op borgstellingen.
De Rijkstuinbouwconsulent voor het gebied, omvattende de gemeenten
Bloemendaal, Haarlem, Heemstede en Velseh (voor zover gelegen ten
zuiden van het Noordzeekanaal) heeft geraamd, dat het bedrag der cre-
dietbehoefte van de in dat gebied gevestigde tuinders, die niet in staat
zijn de in hun bedrijven noodzakelijke moderniseringen en verbeteringen
uit eigen middelen te financieren en hierin, bij gebreke van de mogelijk-