27
2e Afd.
31 Maart 1955.
VERORDENING INZAKE TEGEMOEXKOMING IN STUDIEKOSTEN
AAN PERSONEEL DER GEMEENTE.
Aan de Raad.
In de loop der laatste jaren zijn steeds meer gemeenten overgegaan tot
het treffen van een regeling inzake het verlenen van een tegemoetkoming
in de studiekosten van het in haar dienst werkzame personeel.
Ook ons college is van oordeel dat met invoering van een dergelijke
regeling niet alleen de belangen der ambtenaren doch ook die van de
gemeente worden gediend.
Haar bestaan toch zal stimulerend werken op het ter hand nemen van
een bepaalde vakstudie, waardoor het aantal vakbekwame ambtenaren
zai toenemen. Dit geldt niet alleen voor de ambtenaren in engere zin,
doch ook voor de werklieden, wier bevordering tot een hogere loongroep
veelal afhankelijk zal dienen te worden gesteld van het bezit van een be-
paald vakdiploma.
Zowel voor de lagere ambtenaren als voor de werklieden is het vaak
bezwaarlijk de kosten van een vakstudie geheel zelf te dragen, zodat het
ook uit deze overweging alleszins gewenst moet worden geacht hen hierbij
van gemeentewege de helpende hand te bieden.
Het Centraal Orgaan inzake gemeenschappelijke behandeling van ge-
meentelijke personeelsaangelegenheden heeft geruime tijd geleden aan
de aangesloten gemeenten een model, bedoeld als technisch hulpmiddel
bij het vaststellen van een regeling voor de toekenning van studietoelagen
doen toekomen.
In het. hierbij gevoegde ontwerp-besluit is dit model, hetwelk ons voor
de te treffen regeling geschikt voorkwam, in hoofdzaak gevolgd.
De afwijkingen van het model bestaan hierin, dat
a. In artikel 1 een nadere precisering is opgenomen van de categorieën
van personeel, waarop de regeling van toepassing zal zijn.
b. Ingevolge artikel 4 de over de tegemoetkoming verschuldigde loon-
belasting voor rekening der gemeente zal worden genomen.
c. Bij het verlaten van de gemeentedienst binnen drie jaren na het be-
halen van een diploma de verplichting tot terugbetaling siechts voor
een gedeelte van de genoten tegemoetkoming zal gelden.
Wanneer Uw college zich met dit ontwerp-besluit kan verenigen stellen
wij U voor tot vaststelling daarvan over te gaan.
Heemstede, 9 Maart 1955.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G .A. van Rappard.
De secretaris,
T. M. Schelling.