56
28 April 1955.
HOOFDSTUK VII.
Het beheer van de brandweer.
Artikel 16.
Burgeméester en wethouders dragen zorg, dat al het bij de brandweer
in gebruik zijnde materieel (waaronder de gebouwen en de bluswater-
voorziening worden begrepen), de installaties, de dienstkleding en de
uitrustingsstukken van het personeel in goede staat verkeren en dat:
a. het mobiele brandweermaterieel met toebehoren op gezette tijden
aan beproeving en contrôle wordt onderworpen;
b. de gebouwen ten minste eenmaal per half jaar worden nagezien;
c. de meidings- en alarmeringsinstallaties eenmaal per week worden
beproefd;
d. ten aanzien van brandputten, brandkranen, geboorde putten en open
en gesloten bluswaterreservoirs voorzieningen worden getroffen ter
voorkoming van onbruikbaarheid door vorst;
e. de brandputten, geboorde putten en bluswatervoorzieningen aan open
water eenmaal per halfjaar, de brandkranen eenmaal per jaar en
de open en gesloten bluswaterreservoirs eenmaal per maand worden
gecontroleerd;
f. de ter beschikking van het personeel gestelde dienstkleding eenmaal
per halfjaar wordt geïnspecteerd;
g. de ter beschikking van het personeel gestelde ademhalingsbescher-
mingstoestellen onder voortdurende deskundige contrôle worden ge-
houden en de overige uitrustingsstukken na gebruik worden ge-
controleerd;
h. in de bewaarplaats, bedoeld in artikel 2, iid 2, een inventarislijst
aanwezig is, vermeldende de uitrustingsstukken, welke bij het in die
bewaarplaats ondergebrachte mobiele brandweermaterieel behoren.
HOOFDSTUW VIII.
Slotbepaling.
Artikel 17.
1. Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel „Verordening
organisatie en beheer brandweer".
2. Zij treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand,
volgende op die waarin zij is goedgekeurd.
3. Met ingang van die datum vervalt de verordening op de vrijwillige
brandweer te Heemstede, vastgesteld bij raadsbesluit van 29 December
1949, no. 104, zoals deze sindsdien is gewijzigd.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van 28 April 1955.
De secretaris, De VQorzitter,
