58
28 April 1955.
4. In de eerste vergadering van het jaar stelt het bestuur het aantal
stemmen vast, dat elk lid in dat jaar zal uitbrengen. Ter vaststelling
van dit besluit brengt elk lid het aantal stemmen uit, dat in het afgelopen
jaar voor hem gold.
Het derde lid wordt vijfde lid.
De eerste zin van het vierde (nieuw zesde) lid van artikel 8 wordt
gelezen als volgt:
Indien het volgens het eerste lid vereiste aantal leden niet tegenwoor-
dig is, belegt de voorzitter een nieuwe vergadering.
Het vijfde lid wordt zevende lid.
Artikel V.
In artikel 12 vervallen aan het slot de woorden nâ „vastgesteld".
Artikel VI.
Het tweede lid van artikel 14 wordt gelezen als volgt:
De leraren en eventueel andere aan de school te verbinden personen
worden benoemd door het bestuur, gehoord de directeur. Leraren worden
niet benoemd dan na ingewonnen advies van genoemde schoolopziener.
Artikel VII.
Artikel 25 wordt gelezen als volgt:
De inning van alle inkomsten geschiedt door de secretaris-penningmees-
ter. De af te geven kwijtingsbewijzen worden door hem ondertekend.
De invordering van de schoolgelden geschiedt door de ontvanger van de
gemeente Haarlem, die daarvoor kwijting verleent. Het bepaalde in de
artikelen 291 tot en met 295 van de Gemeentewet vindt hierbij overeen-
komstige toepassing. Hij draagt de geïnde schoolgelden over aan de
secretaris-penningmeester op de wijze als in de verordening op de heffing
en invordering van schoolgelden is bepaald.
De betekening van stukken betreffende vervolging ter invordering van
de schoolgelden en de tenuitvoerlegging van dwangbevelen geschieden
door de ingevolge artlkel 294 van de Gemeentewet daarvoor aangewezen
ambtenaren van de gemeente Haarlem.
Artikel VIII.
In artikel 29 wordt het bepaalde onder L gelezen als volgt:
L: het totaal aantal leerlingen uit de aan de regeling deelnemende ge-
meenten, dat op 16 Januari van het lopende cursusjaar de school bezocht.
Artikel IX.
Aan het eerste lid van artikel 34 wordt toegevoegd:
tenzij op verzoek van het bestuur één of meer der deelnemende gemeen-
ten daartoe onder overeen te komen voorwaarden bereid worden gevonden.
Artikel X.
Artikel 37 wordt gelezen als volgt:
Gemeenten kunnen tot deze regeling toetreden, mits met instemming
van het bestuur, blijkende uit een besluit, dat is genomen met ten mmste
van het aantal stemmen, dat is vastgesteld ingevolge het bepaalde in
artikel 8, 4e lid.