142 28 April 1955.
van de welvaartseconomie. Vandaar dus vroeger misschien een andere
waardering van spreker dan thans.
De heer Reijnders verklaart, dat er bij hem, ten aanzien van het perso-
neelsbeleid, geen wantrouwen bestaat. Spreker gelooft, dat dit bij de heer
Mr van Wijk in goede handen is.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
X. VACANTIE-UITKERING AAN HET GEMEENTEPERSONEEL.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
53 Vacantie-uitkering aan gemeentepersoneel.
De Voorzitter zegt, dat het Centraal Orgaan hierover gunstig adviseert.
De heer Diikstra zegt, dat de minister er op aandringt om de vacantie-
uitkering in de eerstf week van Mei uit te betalen. In de partmuiiere
sector is het gewoonte, dat men de vacantie-uitkermg knjgt op
moment dat men met vacantie gaat. Volgens spreker komt deze mtkermg
dan beter tot haar recht. Als het geld reeds zo vroeg wordt uitbetaald
vreest spreker, dat het aan andere dingen is opgegaan. Spreker vraagt
wat de bedoeling is van deze vroege betaling.
De Voorzitter antwoordt, dat de minister het verlangen heeft kcnbaar
gemaakt om de vacantie-uitkering gelijk met de uitkermg-ineens uit te
betalen Spreker verwacht, dat toch niet tot uitbetalmg m de eerste week
van Mei kan worden overgegaan, omdat hiervoor nog veel werk moet
worden verzet.
De heer Zegwaart gelooft dat het tot nu toe zo geregeld was, dat men
vacantiegeld kreeg op het moment dat men met vacantie gmg. Dit lijkt
spreker goed.
De Voorzitter antwoordt, dat deze uitkering vroeger in Juli werd uU
betaald. Het kan zijn dat uit belasting-techmsch oogpunt op gelijktijdige
betaling van beide uitkeringen is aangedrongen.
De heer Zegwaart meent, dat het gelijktijdig betalen van beide uit-
keringen zo gezien moet worden, dat het dan de moeite waard îs om ze
in ontvangst te nemen en dat men er wat van kan doen.
De Voorzitter meent, dat een zorgzame huisvader het geld toch wel
voor de vacantie zal reserveren.
Mevr. van Nispen vindt, dat de huismoeder er ook wel wat aan doet.
De Voorzitter: „Dat ligt in verschillende gezinnen anders."
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
XI CREDIET VOOR VERNIEUWING TELEFOONINSTALLATIE
TEN BEHOEVE VAN DE GAS-, DUINWATER- EN
ELECTRICITEITSBEDRIJVEN
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
60. Crediet voor vernieuwing telefooninstallatie ten behoeve van de
gas-, duinwater- en electriciteitsbedrijven.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor de bedrijven zich
hiermede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgeste