28 April 1955. 135
Mevr. van Nispen is het met de wethouder eens, dat deze zaak be-
de komende herziening van het ambtenaren-
reglement. Uit de door haar gestelde vragen zal blijken, dat zij om geen
voorkeursrecht gevraagd heeft. Met de mening van de wethouder dat dit
onderwerp met van veel belang is, is spreekster het echter niet eens,
zij acht het van essentieel belang. Spreekster verwijst daarvoor naar het
mgekomen adres dat getekend is door vrouwenorganisaties van zeer ver-
schillende levensbeschouwelijke inzichten en van zeer verschillende poli-
tieke partijen. Deze materie leeft bij de vrouwen en al was er nu in
Heemstede niet éen vrouw die door dit reglement getroffen werd dan
nog was zij van uitermate belang, want het is een principiële zaak' Wii
vrouwen vmden m zeer veel kringen, dat de bescherming die men ons
hier wil bieden, een bescherming is die wij niet nodig hebben en die wii
met willen a.ccepteren. Spreekster zou van een heel andere bescherming
kunnen spreken, die de vrouwen wêl nodig hebben maar die haar ont-
houden wordt, maar dit zou spreekster te ver voeren. Man en vrouw zullen
hebben uit te maken of de vrouw voor haar gezin zal werken of niet
Daar is de bescherming van de overheid niet bij nodig. De vrouwen willen
deze, bijna allen, met accepteren. Dit is allemaal van groot belang, ook al
maakt de wethouder daar een heel klein belang van. Spreekster wil thans
met verder gaan met deze discussie. Misschien komt zij Iater op deze
zaak nog terug bij de behandeling van de door haar gestelde vraag.
De heer Verhoeven zegt, dat het natuurlijk waar is, dat het heel moeilük
zal zijn dit ene onderwerp uit het geheel van maatregelen te lichten die
burgemeester en wethouders straks bij de herziening van het ambtena!ren-
en werkhedenreglement willen voorstellen. Het is natuurlijk ook waar
deze zaak behoorlijk bekeken moet worden, want het samenvoegen
van beide reglementen zal heus nog wel wat haken en ogen met zich
brengen. Het îs aan de andere kant toch wel goed, dat ten aanzien van
bepaalde onderwerpen, burgemeester en wethouders de gevoelens van de
raad kennen. Spreker vindt het toch wel van belang, dat dit artikel
geschrapt wordt, omdat het anders met de vrouwen een opportuniteits-
kwestie gaat worden. Op het ogenblik dat men de gehuwde vrouw nodig
staat men haar werken toe, maar als men ze niet meer nodie- heeft
wordt het haar verboden. Dat zou kunnen wanneer dit artikel bliift be-
staan. Men ziet dit op het ogenblik gebeuren met de onderwijzeressen
2,0 kunnen zich ook andere gevallen voordoen. Spreker vindt het fout om
dwmgend voor te schrijven dat de ambtenares ontslagen wordt wanneer
ze huwt, en wel daarom, omdat daarmede een bepaalde minderwaardigheid
toch wordt aangetoond. Spreker kan zich voorstellen, dat dit de vrouwen
met prettig aandoet. Spreker meent dat daarom dit artikel uit het amb-
tenaren-reglement behoort te verdwijnen.
De heer Beijnders zou met deze kwestie niet zo'n haast maken ware
niet' dat Z1J yerbonden wordt aan het omzetten van het ambtenaren-
reglement. Het lijkt er wel een klein beetje op, dat die herziening van
ambtenaren-reglement wordt tegengehouden of dat men er niet veel
voor voelt vanwege de lange schoenen. De heer Zegwaart heeft gezegd
en de wethouder heeft dat beaamd, dat de ambtenarenwet zich verlet
tegen het nemen van een raadsbesluit als het georganiseerd overleg daar-
over met gehoord is. Spreker wil er dan op wijzen, dat het vaak voor-
komt, dat de leden van een commissie van bijstand en ook de commissie
voor he(; georganiseerd overleg, van burgemeester en wethouders een
Ile, f ontvangen, waarm zij mededeling doen, dat zij van plan ziin dit
of dab te wijzigen. Hierin wordt dan vermeld, dat, als men niet voor een
bepaalde datum antwoordt, men geacht wordt er 'voor te zijn. Hierna gaan
burgemeester en wethouders dan hun gang. Bij deze handelwijze behoeft
commissie voor het georganiseerd overleg niet bij elkaar geroepen te