c
s
152
26 Mei 1955.
c
a
E
c
Q
t
q
f-
c
a
T
t
c
0
f
c
c
0
4
C
4
C
C
n:
motief om de begroting in afdelingen te doen onderzoeken, ook door de
heer Mr Zeelenberg is aangevoerd, dat de kleine details de raad bespaard
kunnen worden.
De heer Mr Zeelenberg acht dit uitermate onwaarschijnlijk, want spreker
is sterk tegen het onderzoek van de begroting in afdelingen.
De heer Verhoeven zegt, dat door het instellen van afdelingen bij de
begrotingsbehandeling, de raad in de begrotingsvergadering werk wordt
bespaard, omdat kleine onderwerpjes die de moeite niet waard zijn, in de
afdelingen ter sprake kunnen worden gebracht. Het is niet de bedoeling
om de publiciteit van de begroting te flatteren of te deflatteren, het is
alleen afkappen van kleine dingen.
Wat de commissie voor het reglement van orde betreft, acht spreker
het toch wel gewenst dat van iedere fractie een lid in de commissie
vertegenwoordigd is.
De Voorzitter wil even rectificeren, dat de heer Mr Zeelenberg niet
heeft ingestemd met het onderzoek van de begroting in afdelingen.
De heer Mr Dr van Bruggen zegt, dat hij het argument van de heer
Mr Zeelenberg gedeeltelijk wel kan delen. Maar de openbaarheid behoeft
in het geheel geen schade te lijden. Ook in de Staten van Noordholland is
een dergelijke reglementswijziging aan de orde geweest. Daar is een
commissie gevormd waarin alle groeperingen vertegenwoordigd waren.
In die commissievergadering werd de vraag gesteld wat een behoorlijk
ingevuld stembiljet was. Een van de heren heeft toen opgemerkt dat, als
hij op een stembiljet schrijft Ko, bedoelende de heer Rustige of Louw
bedoelende de heer Peters, iedereen weet wie dat zijn. Het stembiljet is
behoorlijk ingevuid al meende hij dat het niet behoorlijk is ingevuld door
deze heren bij hun voornamen te qualificeren.
Als uit deze commissie bepaalde punten naar voren worden gebracht,
b.v. het afdelingsonderzoek, dan kan naar aanleiding van dat rapport in
de raad gediscussieerd worden. Deze opmerkingen zijn eventueel voor de
burgemeester van veel nut, omdat hij de voorgestelde wijzigingen in het
reglement van orde in de raad zal hebben te verdedigen. Hoe beter hij op
de hoogte is des te meer wordt zijn voorbereidende arbeid vergemakkelijkt.
Uit de aard der zaak benoemt de raad die adviseurs niet. Men kan aan-
nemen, wie zwijgt stemt toe, dat deze gang van zaken adhaesie heeft en
dat de 3 te benoemen heren zeer zeker de genoemde adviseurs zullen
horen.
Na gehouden stemming blijkt, dat de heren Zegwaart met 16 stemmen,
Mr Zeeienberg met 16 stemmen en Reijnders met 15 stemmen tot lid der
commissie zijn gekozen. 1 stem werd op de heer Mr Dr van Bruggen
uitgebracht.
XIII. BEGROTIN GS WIJ ZIGING 1954.
Besluit model D no. 6 tot wijziging der gemeente begroting 1954, aan-
gevende voor de gewone dienst in inkomsten een vermeerdering van
27.475,23 en een vermindering van 12.283,45 en in uitgaven een ver-
meerdering van 22.280,33 en een vermindering van 7.088,55 en voor de
kapitaaldienst in inkomsten een vermeerdering van 15.738,20 en in
uitgaven een vermeerdering van 17.877,91 en een vermindering van
/336.103,48.
De Voorzitter zegt dat de financiële commissie zich hiermede kan
verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.