30 Juni 1955. 171 verordening een buitengewoon moeilijk werk is. Eigenlijk is het maken van een politieverordening moeiiijker dan het maken van een wet. In de eerste plaats moet men rekening houden met de wetgeving in Nederland. Vergelijkt men de oude verordening met deze, dan blijkt, dat de rijks- wetgever op alle mogelijke terreinen is gaan regelen, waarop vroeger de gemeente vrij stond. Hier staan geen bepaalde vaste regels voor. Er zijn wetten die de materie uitputtend regelen, er zijn wetten waar de moge- lijkheid voor het maken van aanvullende regelen is aangegeven welke door de gemeente kunnen worden gemaakt en er zijn wetten waarbij men in de wet moet nagaan wat nog geregeld kan worden. Ook moet men rekening houden met de verordeningen van de provincie Noordholland, waarvoor spreker verwijst naar de reclameverordening. Ten slotte moet men rekening houden met de jurisprudentie. De grote kwestie is dus deze, dat men geen bepalingen opneemt waarvan men de kans loopt, dat zij later door de Hoge Raad worden vernietigd, als zijnde in strijd met het algemeen belang. In de verordening gaan alle mogelijke definities vooraf. Als men met al deze factoren rekening heeft gehouden, dan moet men de verordening nog eens doorlezen, om te zien of in ieder artikel de redactie klopt met de definitie die van een bepaald begrip gegeven is. Voorts kan er met zo'n massa verwijzingen en aanhalingen heel gemakkelijk een drukfout inslui- pen. Dit alles met elkaar brengt spreker er toe, zijn grote bewondering uit te spreken voor degenen die dit werk hebben verricht. Spreker heeft met alles nagegaan, maar voor zover hij heeft kunnen nagaan is dit uit- stekend werk. Spreker wil dan ook hulde brengen aan de heren van Win- gerde en Berentsen die de burgemeester bij dit belangrijke werk hebben geholpen. In grote gemeenten beschikt men over speciale ambtenaren die in het gemeenterecht enz. een grote ervaring hebben. Onze mensen hebben naast hun veelomvattende dagelijkse taak dit belangrijke werk moeten doen. A1 heeft het werk wat lang geduurd, spreker heeft nooit durven manen, want hij weet uit persoonlijke ervaring, hoeveel tijd en arbeid daar in gaat zitten. Wanneer men deze verordening strikt wil toepassen, gelooft spreker met, dat er geen gemeenteraadslid is, dat niet dagelijks daartegen zondigt Als sprekers echtgenote b.v. vergeet de vuilnisbak binnen het hek te zetten nadat hij geleegd is, dan is ze al schuldig. Zo zijn er meer be- paiingen. Met deze verordening in de hand kunnen legio processen-verbaal volgen. Ten opzichte van de toepassing van de verordening moet men dan ook rekenen met een wijs optreden van de politie, niet in de geest van zet op de bon, maar als middei om euvelen en kwade zaken af te snijden In deze verordening wordt eigenlijk alles verboden, al is het helemaal met îets dat îemand als ongeoorloofd zal beschouwen. Dit heeft het Open- baar Ministerie ons geleerd om zodoende een gemakkelijke bewijsconstruc- tie te verkrijgen. Achteraf kan dispensatie gegeven worden. Ten opzichte van deze dispensatie beveelt spreker burgemeester en wethouders en de burgemeester een zekere mildheid aan. Spreker zou nog wel graag een nadere interpretatie hebben van art. 10, 4e lid, le zin, luidende: „De houder is verplicht het bewijs van de ontheffing op de eerste vordering van hen, die belast zijn met het opsporen van over- tredingen dezer verordening, aan dezen ter inzage af te staan". Spreker is van mening, dat de houder van een bewijs, dit wel aan de verbalisant moet laten zien maar niet af moet staan, omdat hij dan zijn bewijs kwijt is. Spreker meent, de.t de burgemeester in de commissie voor de strafverorde- ningen gezegd heeft, dat het bewijs bij het proces-verbaal moet worden gevoegd, maar spreker zou niet wiüen zeggen hoevele malen dossiers met processen-verbaal en bewijsstukken in de war zijn geraakt. Deze kans mag de goede burger toch niet lopen. Er zou al een heel eind aan sprekers bezwaar zijn tegemoet gekomen, indien deze bepaling zo zou worden ge-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1955 | | pagina 15