30 Juni 1955. 177 van het werk plaats vond, hetgeen 1% jaar na het opmaken van de begroting was, de inschrijfsom 70.000.bedroeg, zijnde 10 meer dan de raming van 63.000.In verband met de stijging van lonen en materiaalprijzen, was het voor burgemeester en wethouders aannemelijk dat de begroting met 10 werd overschreden. Het begroten van het schilderwerk is niet vergeten, het is alleen partieel aanbesteed. Bij de berekening van de aanneemsom is over het hoofd gezien, dat het schil- derwerk daarin niet opgenomen was, waardoor later n'og een bedrag van 3800.aan de aanneemsom moest worden toegevoegd. Deze fout is door openbare werken gemaakt, dus door spreker, want hij voelt zich daar verantwoordelijk voor. Mevr. van Nispen vindt de manier waarop de heer Reijnders deze dingen vraagt, bijzonder onprettig. A1 blijkt dat hier een fout is begaan, dan is dat nog geen doodzonde. Ieder mens die werkt maakt fouten. Spreekster vindt het helemaal niet zo verschrikkelijk erg. De heer Reijnders meent, dat deze fout wel ter kennis van de raad had kunnen worden gebracht, zij het in een geheim stuk. Was deze weg ge- volgd, dan was de vraag door spreker niet gesteld. Ook zijn er echter verhoogde bedragen gekomen voor het toneel, voor de kopjes en de glazen, enz. Ook spreker is wel eens gecorrigeerd na het maken van een fout. Mevr. van Nispen moet dus niet zeggen, dat het haar niet prettig aan- doet. Mevr. van Nispen vindt het nog erger dan zij dacht dat het was, want volgens de heer Reijnders heeft de wethouder verkeerde cijfers voorge- dragen. Daar komt het op neer. De heer van Lent, wethouder, zegt, dat de nu gevraagde credieten voor serviesgoed en toneelinrichting, indertijd niet in de raming zijn opge- nomen, omdat burgemeester en wethouders toen nog niet wisten hoe de zaak zou lopen. Het is dus heel normaal dat hier een aanvullende be- groting voor komt. Wanneer het inderdaad zo zou zijn, dat het schilder- werk geheel vergeten was, dan zou spreker dat zeer zeker een grote fout van openbare werken hebben genoemd. Er is echter alleen de fout gemaakt, dat, toen het aanbestedingscijfer bekend was, over het hoofd is gezien, dat het schilderwerk er uit gehouden was. Die fout heeft spre- ker erkend. Waar er gezegd is, wie werkt maakt fouten, acht spreker deze fout ook mogelijk. Naar aanleiding van een vraag van de heer Disselkoen zet spreker uiteen, dat, toen het voorstel indertijd in de raad is behandeld, er met geen' enkel woord over serviesgoed en coulissen gesproken is. Pas later is bepaald hoe de expioitatie van het gebouw zou worden gevoerd. Nu is er een concierge voor het gebouw aangesteld en deze is gezegd, dat de gemeente het nodige serviesgoed zal verschaffen. Spreker vindt liet hele- maal niet erg dat de aankleding van het gebouw pas later ter hand is genomen. De heer Zegvvaart vraagt naar het tijdstip waarop de wethouder op de kwestie van het schilderwerk is geattendeerd. Heeft men deze zaak, zodra zij aan het licht kwam bij de betrokken wethouder ter sprake gebracht of heeft men deze zaak laten lopen tot het moment dat het niet langer kon De heer van Lent, wethouder, antwoordt, dat burgemeester en wethou- ders niet eerder dan enkele weken geleden, toen het verhoogde crediet gevraagd moest worden, geweten hebben dat de verieende credieten overschreden zouden worden. Naar aanleiding hiervan heeft spreker de dienst van openbare werken opdracht gegeven, in het vervolg burgemees- ter en wethouders op de hoogte te stellen van het verloop van de aan- bestedingen en de begrotingen. Het was spreker veel liever geweest in-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1955 | | pagina 21