184
28 Juli 1955.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders worden
de stukken genoemd onder a t/m k, zonder hoofdelijke stemming voor
kenmsgeving aangenomen.
1. verzoek van Mej. C. A. Sterrenburg, onderwijzeres aan de Dreefschool
d.d. 29 Juni 1955, haar met ingang van 30 Augustus 1955, eervol ont-
slag te verlenen.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt,
zonder hoofdelijke stemming, besloten het ontslag eervol te verlenen
met ingang van een door hen te bepalen datum.
m. verzoek van J. C. Hageman, d.d. 15 Juli 1955, hem, voor zijn zoon
Johan, een tegemoetkoming te verlenen in de vervoerkosten, voor het
bezoeken van de Prinses Marljkeschool voor bijzonder buit'engewoon
lager onderwijs;
n. verzoek van H. J. van Zalen, d.d. 25 Juli 1955, hem, voor zijn dochter
Elisabeth Cornelia Maria, een tegemoetkoming te verlenen in de ver-
voerkosten voor het bezoeken van de St Jozefschool voor bijzonder
buitengewoon lager onderwijs.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, wordt,
zonder hoofdelijke stemming, besloten, een tegemoetkoming te ver-
lenen van f 5,per maand, ingaande 1 September 1955.
o. verzoek van D. A. W. Ruting, d.d. 7 Juli 1955, hem, voor zijn dochter
Anna Elizabeth, een tegemoetkoming te verlenen in de vervoerkosten,
voor het bezoeken van de Dr van Voorthuizenschool voor openbaar
buitengewoon lager onderwijs.
Overeenkomstig het voorsteT van burgemeester en wethouders, wordt,
zonder hoofdelijke stemming, besloten, het verzoek niet in te willigen.
p. mededeling van gedeputeerde staten d.d. 29 Juni 1955 no. 270 dat zij
voomemens zijn de bezoldigingsregeling van de secretarissen van ge-
meenten in Noordholland te herzien, in verband met de salarismaat-
regelen, vervat in de circulaire van de Minister van Binnenlandse
Zaken van 3 Juni 1955, no. U 21833, Hoofdafd. O.P.Z. Afd. A.Z. Bur.
III. Zij verzoeken hierover vôôr 1 Augustus 1955 het oordeel van de
Raad.
Overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en wethouders wordt,
zonder hoofdelijke stemming, besloten gedeputeerde staten te berich-
ten, dat de raad zich met de ontwerp-regeling van de bezoldiging van
de gemeente-secretarissen kan verenigen.
q. mededeling van gedeputeerde staten d.d. 6 Juli 1955 no. 106, dat zij
voomemens zijn de bezoldigingsregeling van de ontvangers van ge-
meenten in Noordholland te herzien, in verband met de salarismaat-
regelen, vervat in de circulaire van de Minister van Binnenlandse Za-
ken van 3 Juni 1955, No. U 21833, Hoofdafd. O.P.Z. Afd. A.Z. Bur. III.
Zij verzoeken hierover vôör 1 Augustus 1955 het oordeel van de Raad.
Burgemeester en wethouders delen mede, dat de jaarwedde per 1 Januari
1954 voor de ontvanger dezer gemeente, zoals die in het ontwerp-besluit
behorend bij circulaire van gedeputeerde staten, d.d. 15 December 1954,
is opgenomen, voor de Minister van Binnenlandse Zaken onaanvaardbaar
is. Derhalve is door gedeputeerde staten het lagere voorschot-bedrag, in
de circulaire genoemd per 1 Januari 1954 vastgesteld en per 1 Juli 1955
ingepast.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, wordt,
zonder hoofdelijke stemming, besloten, gedeputeerde staten te bérichten,
dat de raad het betreurt, dat per 1 Januari 1954 de lagere jaarwedde is