Artikel 22. 1. Ieder lid kan aan de burgemeester en aan burge- meester en wethouders schriftelijk vragen stellen. 2. Zodanige vragen moeten kort en duidelijk worden geformuleerd en bij de voorzitter worden ingediend. 3. Indien tegen het beantwoorden van de vragen over- wegend bezwaar bestaat bij hem of hen, tot wie zij gericht zijn, wordt daarvan aan het betrokken lid mededeling gedaan. 4. Bestaat zodanig bezwaar niet, dan worden de vragen zo spoedig mogelijk en in ieder geval binnen drie weken na de datum van ontvangst beantwoord. 5. De vragen worden met de antwoorden in druk aan de leden toegezonden. 6. Het bepaalde in de voorgaande leden derogeert niet aan het recht van de leden van de raad om bij het einde der vergadering mondeling vragen te stellen aan burgemeester en wethouders of de burgemeester. Artikel 23. De beraadslaging over verordeningen, begrotingen, rekeningen, kohieren en dergelijke stukken is tweeledig. Zij bepaalt zich in de eerste plaats tot de algemene strekking en daarna tot de verschillende onderdelen of artikelen. Bij de behandeling van begrotingen worden de uit- gaven behandeld vöôr de ontvangsten. Artikel 24. De vergadering heeft het recht wijzigingen in alle voorstellen aan te brengen. Artikel 25. Amendementen of sub-amendementen moeten, om een onderwerp van beraadslaging uit te maken, door ten minste drie leden worden voorgesteld of behalve de voorsteller door ten minste twee leden worden onder- steund. Bij voorgestelde amendementen of sub-amendemen- ten wordt eerst over deze, te beginnen met het amen- dement of sub-amendement van de verste strekking en eerst daarna over het al dan niet geamendeerde voorstel gestemd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1955 | | pagina 35