11
4. Ieder lid van het college van burgemeester en wet-
houders heeft het recht de voorstellen betrekking
hebbende op de in het bijzonder aan zijn zorgen
toevertrouwde tak van dienst in iedere afdeling toe
te lichten.
5. Gelijke bevoegdheid wordt toegekend aan commissies
en raadsleden ten aanzien van voorstellen, welke
door hen zijn ingediend.
Artikel 40.
1. De rapporteur houdt aantekening van de in zijn af-
deling gerezen bedenkingen en gemaakte opmerkin-
gen.
2. Na afloop van het onderzoek in de afdelingen komen
de rapporteurs bijeen en maken een algemeen ver-
slag op.
3. Het bepaalde in artikel 38, 2e lid is ten deze van
toepassing.
4. Burgemeester en wethouders beantwoorden dit ver-
slag in een memorie van antwoord.
Van beide stukken wordt een exemplaar aan alle
leden van de raad toegezonden.
Artikel 41.
Bij de mondelinge behandeling van de begroting of
van andere in de afdelingen onderzochte zaken mag
door de leden van de raad niet het woord worden
gevoerd over andere onderwerpen dan waaromtrent
wordt gehandeld in het algemeen verslag van het ver-
handelde in de afdelingen, of in de daarop door burge-
meester en wethouders uitgebrachte memorie van ant-
woord, dan wel over hetgeen door of namens het col-
lege ter sprake is gebracht.
HOOFDSTUK V.
Van het doen van keuzen en voordrachten,
Artikel 42.
\Vanneer er een keuze of voodracht van personen
is te doen, benoemt de voorzitter twee stemopnemers,
die de gesloten en ongetekende briefjes verzamelen in
een daarvoor bestemde bus.