2e Afd. 27 oktober 1955. 130 NEGENDE WIJZIGING VEKOKDENING PRIJZEN GAS, DUINWATER EN ELECTRICITEIT. Aan de Raad, Bij de wet van 15 augustus 1955 Stbl. no. 368 tot wijziging van de Wet op de Omzetbelasting 1954 is o.m. van deze belasting vrijgesteld de levering van gas en electriciteit aan particulieren. Deze wet is met ingang van 1 september j.l. in werking getreden. Blijkens de memorie van toelichting dient deze vrijstelling in het com- plex van belastingverlagingen, dat met ingang van laatstgenoemde datum tot stand is gekomen, te worden gezien als een gerichte tegemoetkoming voor de gestegen kosten van levensonderhoud. Hoewel wij gaarne het niet meer verschuldigd zijn van omzetbelasting door de gemeente aan de verbruikers, zowel van gas a!s van electriciteit, middels een verlaging der tarieven ten goede zouden willen laten komen, menen wij toch, dat daartoe op dit moment een tariefsverlaging voor gas minder geëigend is. Het moet n.l. onwaarschijnlijk worden geacht, dat laatstgenoemde tarieven, in het bijzonder als gevolg van de in dit jaar sterk gestegen kolenprijzen, in de naaste toekomst op het huidige niveau gehandhaafd zullen kunnen blijven. Verwezen moge in dit verband worden naar de begroting van het gas- bedrijf voor 1955, wäar is uitgegaan van een kolenprijs van f 55,per ton, terwijl deze prijs inmiddels reeds is opgelopen tot f 72,per ton. Het kwam ons daarom rationeler voor de compensatie voor het verval- len der omzetbelasting te zoeken in een verlaging der electriciteitstarieven. Hierbij moge echter worden opgemerkt, dat in deze thans door ons voor- gestelde verlaging tevens een compensatie voor de verbruikers voor het handhaven der gastarieven geacht kan worden te zijn begrepen. De onder II van nevensgaand ontwerp-besluit opgenomen verlaging der electriciteitstarieven, heeft dan ook tot gevolg, dat de verlaging der om- zetbelasting, zowel voor gas als electriciteit, op grond van de laatstbe- kende cijfers ten naaste bij aan de verbruikers ten goede komt. Aangezien de vrijstelling van omzetbelasting niet geldt voor de afnemer, wiens verbruik 6000 kWh per jaar te boven gaat, is deze categorie door het bepaalde onder III van de tariefsverlaging uitgezonderd. Voorts hebben wij gemeend, ter vereenvoudiging der administratie, in de bedragen voor vastrecht en voor de huur van electriciteitsmeters geen wijziging te moeten brengen. Uiteraard zal de verdere gang van zaken met betrekking tot het electrieiteitstarief in de naaste toekomst in sterke mate afhankelijk zijn van het resultaat der onderhandelingen met het ge- meentebestuur van Haarlem tot het verkrijgen van voor onze gemeente gunstiger bepalingen in de overeenkomst tot levering van electrische stroom door Haarlem aan Heemstede. Tenslotte is het, op grond van het met ingang van 1 september j.l. in de Wet op de Omzetbelasting 1954 opgenomen artikei 51 bis, voor de hand- having der geldende tarieven voor gas noodzakelijk, dat door Uw College een besluit, als onder I van nevensgaand ontwerp is vermeld, wordt ge- nomen. Wanneer U zich met het vorenstaande kunt verenigen stellen wij U voor tot vaststelling van het concept-besluit over te gaan. Heemstede, 19 oktober 1955. Burgemeester en wethouders van Heemstede, A. G. A. van Rappard. De secretaris, T. H. Schelling.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1955 | | pagina 13