st» SÄrss"'ook ,n <",a"opMci" -f'
s™,,tove™to,si',t,fhuwde ÄÄS z
27 oktober 1955.
269
ld m onze alleen buitenshuis kan verdienen. Spreker besriint niet
°a/t Reijnders daaraan zijn medewerking zou kunnen verlenen
v^7rnV^NlSpen,heeft in eerste instantie &ezegd, dat ze de houding
van de hoofden van de gezinnen niet begrijpt, n.I. dat die zich niet reeds
fs^hH^or k6n V0rZ6t teg!,n de bePalin& i-z- de gehuwde ambtenares. Het
b!J. sPreker precies andersom. Hij zou zich schamen als hij er mede-
werkmg aan verleende om de gehuwde vrouw weer uit haar gezin te
halen, omdat daardoor de remmen zouden worden losgegooid
De heer Verhoeven heeft medegedeeld, dat zijn moeder een gehuwde
1™' Spreker weet niet hoe de situatie in dat gezin precies
was. Misschien was er toch nog wel een of ander hulpje dat probeerde
ûSgeZ1meen e je blJ elkaar te houden. Sprekers moeder was geen
gehuwde ambtenares, maar een gehuwde werkster. Als kind heeft spreker
als h„ mt schoo! kwam, zijn moeder vaak gemist. 's Woensdags- en Za^
moest hij bij een buurvrouw of een kennis worden uit-
besteed. Juist omdat spreker het zo goed weet welke gevolgen er voor
de kmderen kunnen zijn als de moeder uit het gezin wordt gehaald verzet
spreker zich daar met klem tegen.
^|Decth,eer Ver'boeven beeft nu wel gesuggereerd dat spreker aan zijn kant
zou staan omdat spreker altijd vecht voor de rechten van de ambtenaar
maar sprëker heeft nog nooit, hier noch elders, voor de ambtenaren iets
verdedigd waardoor de belangen van de maatschappij in het gedrang
kwamen. Zo ziet spreker dit. Het schrappen van het bewuste artikel zou
spreker een onzalig besluit vinden, omdat dat hier het geval zou zijn.
ho?e heer Drs: Weijers zegt, dat de raad geen debatingclub is maar dat
het er toch wel veel op lijkt. Spreker heeft het woord katholieke moraal-
vaHen^hf Tbs &ebrniht' maar hiJ vin(Jt het wel jammer dat het woord ge-
maand noî mTklaarer iS de raad ehijnlijk over een
E>e heer Ir. Kooijmans zegt, dat de overheid met haar maatregel van
ontslag aan de gehuwde ambtenares, niet de arbeid van de gehuwde
vrouw verbiedt. Dit wordt wel beweerd, doch is niet juist g
vrmm mrhetCgraart- heeft er °P g:ewezen, dat de plaats van de gehuwde
het gezm îs en dat door het werken van de vrouw buitenshuis
het gezm schade kan lijden. In dit verband wijst spreker op Zweden
waar zeer veel gehuwde vrouwen in loondienst zijn en het is bekend dat
volJkrachr861 bydraagt tGt ondermijning van het gezinsleven en de
,„rDe overheid heeft ook in sociaal opzicht een taak. Indien de overheid
waarneëmt, dat het gezinsleven worôt ondermijnd, dan is zij geroepen die
maatregelen te nemen, welke de ontbindende krachten bestrijden En dan
s zij gerechtigd om b.v. het in loondienst werken van de gehuwde vrouw
ln d toekomst kan worden verwacht. Het dan weer invoeren van het
aan. de gëhuwde ambtenares zal moeilijker zijn en meer als een
onrechtmatige daad worden beschouwd dan het nu handhaven van dit
Sï, optaweT geein wll
De ambtenares heeft bewezen dezelfde waarde te hebben als haar man