258 27 oktober 1955.
134' Wijziging ambtenaren- en werkliedenreglement.
Mevr. yan Nispen brengt het college dank voor de aan deze materie
lend f<f 1 t Jammer dat het resultaat voor spreekster wel teleurstel-
lend is. Spreekster wil allereerst nadrukkelijk vaststellen, dat haar poli-
tieke vnenden en zij met in waardering van de taak van de vrouw in het
gezin voor anderen onderdoen. Dit om alle misverstand te voorkomen
Spreeksters fractie wil, dat man en vrouw samen, in vrijheid, dus zonder
mmengmg van de staat of van de raad, zullen kunnen beslissen of het in
hun geval verantwoord is, dat de vrouw naast haar gezinstaak nog een
andere taak op haar schouders neemt. Of met andere woorden dat de
vrouw die de door God gegeven talenten heeft, als voorbeeld waarvan
spreekster noemt dat zij goed kan organiseren, in overleg met haar man
hLf!nv,ni ,fe7nJ h6eft °m haar tijd Produktief te maken. Spreekster
heeft het altijd een wonderhjk îets gevonden, dat het hoofd van het gezin
teg'en de bestaande bepaling protesteert. Want het is toch een soort
Ifn£,nnCOmP<L i1 Van het hoofd van het gezin, dat hij in alle moeilijke
gevallen m het gezin voorkomende wel raad zou kunnen schaffen en in
dit geval de hulp van de overheid moet accepteren. Als spreekster hoofd
van het gezin was dan nam zij dit niet. Het geldt hier een principiële
kwestie. Zo wordt het door vele vrouwen, van zeer verschillende levensbe-
schouwmg geziemSpreekster zal niet de debatten in de Provinciale
Staten of Tweede Kamer die over deze kwestie gevoerd zijn, herhalen Dit
alles en ook de brief van de vrouwenorganisaties uit de eigen gemeente
zal de raad toch duidelijk gemaakt hebben, dat het de vrouwen ernst is
met het afwijzen van deze bescherming. In eerste instantie herhaalt
spreekster haar verzoek, de betreffende artikelen in ambtenaren- en werk-
liedenreglementen te schrappen.
De heer Keijnders is zeer verbaasd over de nota van burgemeester en
wethouders. Als alle leden van het college stemmen is er altijd een meer-
derheid Die heeft spreker in deze nota niet gevônden. Ook Haarlem's
Dagblad attendeerde reeds hierop. Spreker herinnert er voorts aan, dat
hij emge maanden geleden over dezelfde materie een advies van burge-
meester en wethouders heeft ontvangen waarin wel van een meerderheid
en een minderheid sprake was. Spreker merkt op, dat men kort geleden
aan het emde van een gehouden vergadering van een politieke partij, heeft
aangeraden, om de woorden „behoudend" en „vooruitstrevend" niet meer
m het gedmg te brengen. Spreker zal dan ook deze twee woorden niet
gebruiken om de mensen van die partij niet te verleiden tegen het advies
yan hun bestuur in te gaan. Maar wel dacht spreker direct: ,,zou dit nu
het gevolg Z1jn van vooruitstrevend of behoudend". Spreker kwam tot een
ontkennende conclusie, want als men van vooruitstrevend behoudend
r°rf r, bhjft men niet middenin staan, maar gaat men naar de andere
kant'^at ®eh'Jn een Iid van het colleg-e te hebben gedaan, Hij is misschien
erg beducht geworden voor zrjn eigen grote stap. Spreker betreurt het
uitermate dat m de nota geen advies wordt uitgebracht.
Over de materie zelf heeft spreker de vorïge keer ai meer dan vol-
doende gesproken. Alleen wil spreker het door mevrouw van Nispen ge-
sprokene volkomen onderschrijven.
De heer Mr. Dr. van Bruggen wil allereerst het gesprokene door de
heer Reijmlers onderstrepen. Hoe is n.l. de situatie. Wanneer er een voor-
dracht door burgemeester en wethouders aan de raad wordt voorgelegd
dan îs daar essentieei een meerderheid en een minderheid. Wanneer er 4
heren m de vergadering van het college aanwezig zijn, beslist de stem van
de voorzitter en dan is er dus ook een meerderheid. Hetgeen de raad is
oorgelegd îs een staatsrechtelijke ketterij. Aangezien spreker waken moet
voor een g°ed staatsrecht, moet hij daartegen bezwaar maken. Dit is niet
zo onschuldig, want dit beslist tegelijkertijd over de orde waarin deze