290
24 november 1955.
asjeblieft thuis blijven. Als men in deze bouwpatroonsbonden blij is als
een aanbesteding mislukt, zodat het voor hen een aanleiding is om tussen
e curve-prijs, de laagste inschrijver en de hoogste inschrijver de weg te
vmden voor hun winst, dan vindt spreker dat minder fraai.
De heer Zegwaart zegt, dat voldoende bekend is, dat hij een groot
voorstander îs van openbare aanbestedingen. Toch kan spreker zich in-
denken, dat er een ogenblik kan komen waarop men zijn principe in de
steek moet laten om mee te gaan met onderhandse aanbesteding. De heer
Verhoeven heeft opgemerkt, dat er een aannemer zou zijn die bereid is
deze woningen tegen de curveprijs te bouwen en daarbij goed werk levert.
Als dat zo is, dan is dat 65.782,beneden de 'prijs die door de in het
gedmg zijnde aannemer wordt gevraagd. Omdat spreker geen reden heeft
om te twijfelen aan hetgeen de heer Verhoeven zegt, gelooft hij dat een
nader onderzoek gewenst is.
Het verschil tussen begroting en aanneemom bedraagt 65.782,Daar-
van is 27.200,gevonden, terwijl het restant in bezuinigingen moet wor-
den gevonden. Er moet dus nog bijna /40.000,— worden bezuinigd, en
dat aan huizen waaraan niets aan verfraaiing of versiering is aangebracht
en waarvan de woonruimte minimaal is. Daar heeft spreker juist zoveel
bezwaar tegen. Voor spreker zijn goedkeuring aan dit voorstel geeft, wil
hij vernemen waaruit de ontkleding van die woningen bestaat.
Spreker heeft met grote voldoening kennis genomen van hetgeen in de
dagbladen is gepubliceerd omtrent de nota die aan het gemeentebestuur
van Haarlem is uitgebracht. Daarin heeft men ook gewezen op de nood-
zakeliJkheid van wat meei/<>|»i.i voor eenvoudige woningen.
C De heer Verhoeven merkt op, dat de heer Zegwaart hem in de mond
I j.Hiegt, als zou spreker hebben gezegd, dat die bouwers voor curveprijs wilden
bouwen. Sprekers bedoeling is natuurlijk op basis van de cijfers die hier
Vfi liggen. Dat is even anders.
fhAs, De heer Hopstaken zegt, dat in de R.K. Middenstandvereniging ook
aannemers georganiseerd zijn.
De heer van Lent, wethouder, meent uit de besprekingen op te mogen
maken, dat de raad niet zo prettig gestemd is over dit voorstel tot onder-
handse aanbesteding. Spreker wii daar direct aan toevoegen, dat het
college er precies hetzelfde tegenover staat. Ook burgemeester en wethou-
ders zou niets liever zijn dan een normale aanbesteding te kunnen
houden. Gezien echter het feit, dat de laatste jaren tal van dergelijke
aanbestedingen mislukken, moet men andere wegen inslaan. Dan moet
men trachten bij Wederopbouw een hogere curveprijs te bedingen of men
moet de woningen uit gaan kleden, zodat alles er uit gaat wat er nu nog in
zit. In tegenstelling met de heer Zegwaart is spreker van mening dat
deze woningen niet primitief zijn, maar dat dit woningen zijn die aan
behoorlijke eisen voldoen. Als hierna echter een aanbesteding wordt ge-
houden waarbij de laagste inschrijver aanmerkelijk boven de curvepriis
zou liggen en men zou b.v. 10 van de aanneemsom moeten vinden, dan
geeft spreker de verzekering dat de woningen niet behoorlijk meer zullen
zijn omdat ze dan uitgekleed moeten worden zodat er geen tegeltje meer
mblijft. Dat is de grote vrees die burgemeester en wethouders tot dit
voorstel dreef.
Als aannemers spreker vroegen of zij in aanmerking konden komen om
voor deze woningen prijsopgave te geven of aan een besteding mochten
deelnemen, heeft spreker wel eens geantwoord, dat zij wat hem betrof
de woningen zo konden krijgen als zij voor de curveprijs wilden bouwen!
Maar dan was het antwoord van grote aannemers, dat dat niet kon.
Spreker weet, dat door een bepaalde firma tegen deze onderhandse aan-
bestedmg geopponeerd wordt. Misschien voelt deze firma zich terecht