296
24 november 1955.
zeggen. Zou dat niet het gcval zijn, dan is spreker van oordeel, dat de
raad over deze nota min of meer de mond gesnoerd wordt.
De Voorzitter antwoordt, dat volgens het reglenient van orde de raads-
leden altijd de bevoegdheid hebben om de voorzitter te verzoeken een
geheime raadsvergadering te beleggen.
De heer Zegwaart vraagt, of het college een gelegenheid zal scheppen
om deze nota te behandelen. Wat is anders de bedoeling van de nota
geweest Alleen maar een blote informatie, waama door het stempel
geheim, de raad het zwijgen wordt opgelegd over de dingen die in de
nota aan de orde worden gesteld?
De oorzitter antwoordt, dat het de bedoeling van burgemeester en
wethouders is geweest om de raad in kennis te stelien van hun standpunt
ten aanzien van de in de nota behandelde zaken. Wanneer burgemeester
en wethouders de tijd gekomen achten, zullen zij de raad gaarne gelegen-
heid geven over de nota te spreken. Mocht de raad menen, dat dit tijdstip
eerder is aangebroken, dan kan een vroegere bespreking plaats vinden.
De heer Zegwaart zegt er mede akkoord te gaan als de voorzitter toe-
zegt, dat het college t.z.t. gelegenheid zal geven om de nota te bespreken.
Elektriciteitstarieven grootgebruikers.
Elektriciteitscontract met Haarlem.
De heer Verhoeven wijst er op, dat in de begrotingen 1954 en 1955 een
bedrag van 5000, is geraamd, dat zal worden besteed voor een prijs-
verlaging van elektriciteit voor grootgebmikers. Spreker vraagt of dat
geld nu weer niet voor het aangegeven doel gebmikt wordt.
De heer Mr. van Wijk, wethouder, zegt, dat het het oprechte begeren
van het college is geweest om deze /5000,— naar behoren te besteden.
Dit bedrag werd dit jaar besteed, maar niet op de wijze zoals het college
zich dat gedacht had, maar omi de hogere kolenprijs die: de gemeentei in
rekening is gebracht daamit mede te voldoen. Want het is altijd het
standpunt van het college en de raad geweest, om niet beneden kostprijs
te leveren. Als men via sociale zaken iets moet benaderen, dan worden
de in aanmerking komende gevallen uitgezocht. Bedeling via kostprijs
is echter niet juist, omdat men dan niet in de hand heeft wie men bedeelt.
Wanneer de kostprijs dicht bij de verkoopprijs komt, zien de bedrijven
geen kans om de tarieven te gaan verminderen. We mogen hopen dat
de kolenprijs wordt verlaagd doordat een andere bron van energie wordt
aangeboord die goedkoper zal zijn dan kolen, we mogen hopen dat de
Kolen- en, Staalgemeenschap meer duidelijke zegeningen naar buiten gaat
afwerpen dan tot op heden het geval is geweest, want als deze hoop
wordt vervuld, zal ook het tijdstip aanbreken waarop de tarieven verlaagd
kunnen worden en men deze 50001,het was eigenlijk meer een sym-
bolisch getal, kan gaan aanwenden om het wat gemakkelijker te maken
voor de groot-verbruikers. Op het moment ligt hun prijs echter vlak
tegen de kostende prijs, waarom spreker geen vrijheid kan vinden om
voor te stellen deze prijs te verlagen.
De heer Verhoeven kan op dit moment niet weer een college over kost-
prijs van elektriciteit gaan geven, zoals hij al eens gedaan heeft. Spreker
blijft beweren, dat de prijs die aan de groot-verbruikers in rekening wordt
gebracht, niet tegen de kostprijs aanligt. Spreker is bereid dit met de
wethouder nog nader te bespreken, als hij spreker toezegt, dat in be-
grotingen niet meer symbolische getallen zullen worden opgenomen, die
niet in de eerste plaats worden aangewend waarvoor ze in de begroting
staan. Deze verrekening had reeds lang moeten zijn gebeurd toen van de