24 november 1955.
277
moet worden dat de grens tussen nijverheidsonderwijs en dit onderwijs niet
wordt overschreden. Wordt zij echter overschreden, dan valt het onder
nijverheidsonderwijs en dan is het uit zichzelf onder bepaalde voorwaarden
reeds subsidiabel. Spreker gelooft niet dat een vergelijking met Ensaid
opgaat, omdat dan het sociale element in de verdrukking komt. Dat soort
cursussen heeft n.l. een commerciële opzet en het is zeker niet de taak
van de overheid om dergelijke cursussen te steunen. Daar ligt z.i. toch
wel zeer duidelijk de grens. De grens moet dus daar liggen waar zo'n
cursus niet uit winstbejag wordt gegeven. De grens ligt er dan veilig
tot op het moment dat we nijverheidsonderwijs aan het geven zijn, want
dan is men over de grens gewipt.
De heer Zegwaart wil zich gaarne bij het gesprokene door mevr. van
Nispen aansluiten, omdat ook hij van oordeel is, dat het in de toekomstige
gezinnen van grote betekenis is, dat de vrouw lingerie- en costuumnaaien
kan.
De heer Disselkoen, wethouder, zegt, dat het burgemeester en wethou-
ders natuurlijk zeer verheugt, dat de feitelijke strekking van dit voorstel
door de raad kennelijk goed begrepen is.
De heer van Bruggen heeft gezegd, dat dit voorstel voor hem geen
precedent is. Spreker meent daaraan toe te kunnen voegen, dat dit ook
voor burgemeester en wethouders geen precedent is. Als de Ensaid of wie
ook een subsidie-aanvrage indient, dan voelen burgemeester en wethouders
zich, op de motieven die hier genoemd zijn of zelfs nog op andere motieven,
volkomen vrij een ander standpunt in te nemen. Burgemeester en wethou-
ders menen dat dit een volkomen op zichzelf staand voorstel is.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
V. VOORLOPIGE VASTSTELLING BEDRAG UITGAVEN OVER 1954
VOOR OPENBAAR LAGER ONDERWIJS.
Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
141. Voorlopige vaststelling bedrag uitgaven over 1954 voor openbaar
lager onderwijs.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het onderwijs zich hier-
mede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
VI. VERLENGING TERMIJN ONTRUIMING ONBEWOONBAAR
VERKLAARDE WONINGEN.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
142. Verlenging termijn ontruiming onbewoonbaar verklaarde
woningen.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissies voor openbare werken en
de volkshuisvesting zich hiermede kunnen verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
VII. BIJDRAGE IN DE EXPLOITATIE VAN HET MINERVA-
THEATER.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
143. Bijdrage in de exploitatie van het Minerva-theater.