8
26 januari 1956.
motoren. Heus dit argument is overdreven en het weegt niet op tegen het
feit dat hier een handeling niet zou worden gedaan, die wel gedaan zou
moeten worden. Om het plezier van die ene meneer met wel een garage
en met een zeer precaire slaapdispositie, kan men de vooruitgang en het
belang van een veel groter aantal Heemstedenaren, wier auto de meerder-
heid van burgemeester en wethouders nu blijkbaar in de straten wll laten
verroesten en verrotten, niet opofferen.
Spreker stelt dus concreet voor, dat aan de firma van Houten gelegen-
heid wordt gegeven om dit inpandig terrein wêl te benutten voor de
bouw van autoboxen een en ander onder de door burgemeester en wet-
houders nader te stellen voorwaarden voor wat betreft het aantal en
de juiste plaats waar deze boxen moeten komen. Laat de firma van
Houten een gewijzigd plan indienen waarin met die voorwaarden rekening
wordt gehouden.
Een soortgelijk pleidooi geldt voor de autoboxen die de heer Ruijsenaars
wil bouwen op een inpandig terrein aan de Lanckhorstlaan. Hier zijn de
meeste van de argumenten geldig die spreker hiervoren noemde, alleen
zijn er geen lijsten van bezwaarden pro of bezwaarden contra. Er is hier
wel een extra economisch belang van de heer Ruijsenaars, in verband met
diens gezondheidstoestand, bij betrokken, zoals burgemeester en wethou-
ders bekend mag zijn. In hun nota wijden burgemeester en wethouders
hieraan slechts een enkele regel. Spreker wil niet zo kort zijn als burge-
meester en wethouders waren, maar hij wil toch ook niet alles wat hij
hiervoor gezegd heeft herhalen. Ook voor hem stelt spreker voor, dat hij
in de gelegenheid wordt gesteld om een gewijzigd plan in te dienen, zo
nodig onder aanwijzingen van burgemeester en wethouders.
Met een variant op een gezegde van Napoleon wil spreker tot de meer-
derheid van het college zeggen, niet: zoveel eeuwen uit het verleden zien
op u neer, maar: de eeuwen der eeuwen die gaan komen zien in afwach-
ting naar u op of u een daad zult stellen van progressieve burgerzin, in
het belang van de geslachten die na ons gaan komen.
De heer Mr. Zeelenberg zegt, dat de tijden veranderen en wij met hen.
Wanneer spreker de nota van burgemeester en wethouders en de stukken
die bij de raadsstukken ter inzage hebben gelegen, leest, dan kan hij zich
niet aan de indruk onttrekken, dat er blijkbaar toch verschillende mensen
zijn, van wie niet gezegd kan worden dat ze met de tijden mee veranderd
zijn. Spreker kan zich heel goed voorstellen, dat men verscheidene jaren
gcleden in onze gemeente een huis heeft laten zetten met het idee nu
eens en voor altijd van het gedruis van de stad bevrijd te zijn. Het gemo-
toriseerde verkeer komt echter ook in onze gemeente. In sommige geval-
len vinden we het vervelend in andere gevallen vinden wij het aangenaam.
Soms zullen wij de inconveniënten die daarmee gepaard gaan over ons
moeten laten gaan. Persoonlijk en met hem het grootste deel van zijn
fractie, is spreker van oordeel, dat tegen het plaatsen van deze boxen geen
bezwaar moet worden gemaakt. Er zijn anderen in zijn fractie diei vinden,
dat daar wel bezwaar tegen gemaakt moet worden. Zij moeten dat straks
maar tot uitdrukking brengen. Sprekers standpunt is dus, dat wij, gedach-
tig aan het feit dat nu eenmaal de tijden niet meer zijn zoals ze 30 jaar
geleden waren, de gelegenheid moeten bieden om deze kostbare apparaten,
zoals de heer Verhoeven ze zeer juist heeft aangeduid, voor ondergang als
gevolg van weer en wind te behoeden en dat aan de eigenaars gelegenheid
moet worden gegeven ze zorgvuldig op te bergen wanneer daartoe ook
maar enige mogelijkheid bestaat.
De heer Mr. Dr. van Bruggen heeft dit voorstel met een zekere bevreem-
ding ontvangen. Meermalen toch zijn door raadsleden vragen gesteld en
burgemeester en wethouders hebben deze vragen altijd op een behoorlijke
manier beantwoord. Vraag en antwoord werden dan bij de ingekomen