145 27 april 1956. Een vergelijking tussen een douche-gelegenheid en een centrale ver- warming gaat z.i. niet helemaal op, omdat een douche-gelegenheid toch wel van meer belang is dan een centrale verwarming. Bovendien was de huurverhoging tengevolge van het aanbrengen van een douche-gelegen- heid niet van zo ingrijpende aard als nu het geval is. Spreker vindt het optimistisch gezien als men beweert dat de lonen bij het merendeel der arbeiders zo hoog liggen dat een huur van 12.50 betaald kan worden. Bij gezinnen met verdienende kinderen zal dat zeer goed mogelijk zijn. Ten aanzien van de gezinnen met kleine kinderen wil spreker er op wijzen dat deze gezinnen toch wel zeer duur leven, vooral als de kinderen naar school gaan, waardoor de kinderbijslag in het huis- houden hard nodig is. Juist die gezinnen zullen als urgent geval in aanmer- king komen voor andere woonruimte omdat zij z.g.n. uit hun huis zijn ge- groeid. De heer Zegwaart heeft spreker wel niet kunnen volgen, maar spreker blijft het pijnlijk vinden dat men voor aangeboden woonruimte moet be- danken omdat men de huur niet kan opbrengen en daardoor een oud huis moet gaan accepteren. Op het architectenhonorarium zal spreker niet verder ingaan, omdat hij wel enige ervaring heeft van wat er precies gebeurt. Sprekers bedoeling is dat er voor dit werk niet extra getekend behoeft te worden. Bij een verhoging van huur moet men ook rekenen op een hogere per- sonele belasting. Spreker is er voorts van overtuigd, dat het verbruik van meerdere brandstof voor een centrale verwarming zeker op 1.50 per week gerekend kan worden. Het komt in gezinnen nog wel eens voor dat op een bepaald moment een gulden heel veel uitmaakt. Als dergelijke gezinnen met tegenslag te kam- pen krijgen, dan moeten zij geen huis bewonen met een huur die eigenlijk niet door hen is op te brengen. Spreker vindt het jammer dat burgemeester en wethouders niet met een voorstel zijn gekomen om centrale verwarming in een kleiner aantal wo- ningen aan te brengen, want dan had iedereen voor deze woningen ini aanmerking kunnen komen. Het staat voor spreker niet vast dat het aanbrengen van centrale ver- warming in een klein aantal huizen duurder is dan in een groot aantal. Dit wordt toch per huis berekend en is niet anders dan een rekensommetje. Als spreker zich tegen het voorstel zou verklaren dan zou hij aan degenen die deze huur betalen kunnen dit toe te juichen comfort in de huizen onthouden. Spreker wil daarom over zijn bezwaren heenstappen. Hij heeft het zich tot een plicht geacht om ook de keerzijde van de medaille te laten zien. De heer Scheer zou graag van de wethouder de verklaring hebben dat aan de toekomstige bewoners van deze huizen stringente voorwaarden worden gesteld voor een passende verzorging van de centrale verwarming. Het valt n.l. te vrézen dat, indien de centrale verwarming in de winter buiten gebruik wordt gesteld, deze zal stuk vriezen. De heer Zegwaart wil er de aandacht op vestigen dat hij akkoord kan gaan met het eenkamer-type van huizen zolang de huizen van een inhoud moetén zijn zoals nu wordt geëist. Zou de inhoud van de huizen opgevoerd kunnen worden dan blijft spreker voorstander van het tweekamer-type. Om alle misverstand te voorkomen wil spreker verklaren dat hij niet van mening is dat alle mensen die voor deze huizen in aanmerking komen ook inderdaad die huur zullen kunnen betalen. Spreker heeft zich echter op het standpunt gesteld dat regeren vooruitzien is, waarom voor de werk- nemers comfortabele woningen moeten worden gebouwd. Daar moet nu aan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1956 | | pagina 10