164 25 mei 1956 draagvlak vormen, dan bestrijdt hij eigenlijk het IZA. De gemeenten zul- len op een gegeven moment het verlies wel moeten betalen, maar men moet beginnen met de kosten te betalen uit de premies die ontvangen wor- den van dat zestal gemeenten. Dâär is het draagvlak te klein. Als men een groot draagvlak wil hebben dan vormt het bureau het grootste draag- vlak dat denkbaar is, tenzij het grote fonds gevormd zou worden zoals de heer Zegwaart zich dat in de toekomst denkt en dat fonds dan eens gaat praten met de particuliere maatschappijen. Als men meent dat het niet uitgesloten is dat op een gegeven ogenblik, naar sprekers mening veel te laat, deze maatschappijen ingeschakeld zouden kunnen worden, dan kan het z.i. nu ook. Als men nu al stelt dat er eigenlijk geen bezwaar tegen het inschakelen van de verzekeringsmaatschappijen bestaat als de zaak eenmaal in kannen en kruiken is, dan is dat niet meer een kwestie van principe. Het is alleen maar in hoge mate onpraktisch. Het argument dat reeds zo vele gemeenten de IZA-regeling aanvaard- den zegt spreker niets, omdat het ten deze bedoeld Bureau veel te laat is gaan ageren en toen het ging ageren dit verkeerd deed. Negatief werken heeft weinig zin. Men had er positief iets naast moeten stellen hetgeen eigenlijk verleden jaar in Haarlem pas goed is doorgezet. Spreker maakt zich sterk dat, wanneer beide regelingen gelijk zouden zijn gaan werken, zij zeer zeker gelijke kansen zouden hebben gehad. Laat men dus niet denken dat enig argument te putten is uit het noemen van aantallen aangeslotenen, want de een is veel vroeger begonnen dan de ander. De heer Scheer heeft al op de hogere uitkeringen e.d. gewezen, maar de details zijn nu niet in de eerste plaats aan de orde. Het gaat om de hoofdzaak. Van de invloed van de verzekerden, die door de heer Zegwaart bij aan- sluiting bij het bureau betwijfeld wordt, valt weinig te zeggen. Bij de IZA-regeling, waar een administrateur aan het hoofd staat, kan men zich ook afvragen of de verzekerden veel invloed zullen kunnen uitoefe- nen. Spreker heeft het idee dat de in te stellen commissie nog wel prak- tischer en krachtiger zal kunnen werken dan met een administrateur het geval is. In tegenstelling tot de heer Zegwaart kan spreker zeggen dat aan- neming van dit voorstel wel in het belang van de ambtenaren is. Nog- maals, diegenen waarom het gaat, wensen deze regeling. Naar sprekers mening zijn er geen overwegende bezwaren tegen aangevoerd. De onbillijkheden door de heer Zeelenberg genoemd, kan spreker wel onderschrijven. De heer Verhoeven heeft wel gepoogd enige van die onbillijkheden te ontzenuwen, maar spreker heeft hem niet horen spreken over déze onbillijkheid, dat de gemeenschap de kosten moet gaan dragen van een gemeenschap in de gemeenschap. Nu dat niet nodig is, is het alleen maar een onnodige verbrokkeling en een apartheidsstreven zonder redelijke zîn. Naar we mogen aannemen zal, misschien over lange tijd, de regering nog wel met een ziektekostenregeling komen. Maar als dan gezegd zou worden, er bestaan IZA-regelingen en er zijn regelingen als deze, dan kan dat voor de regering ongetwijfeld voldoende zijn om aan te nemen dat deze zaak landelijk al reeds voldoende geregeld is. Gesteld echter er komt een ideale landelijke regeling, dan nog is men over 3 jaar volkomen vrij om te doen en te laten wat men wil. Bij aanne- ming van het voorstel is men de interimregeling kwijt en hebben de ambtenaren een regeling waar zij blij mee zijn, waarvan niemand kan zeggen dat zij slecht is. Moet men dan om een politiek fata morgana de zaak maar weer laten bij wat het was? Laten we praktisch blijven en doen wat er gedaan moet worden. De heer Zegwaart wil zich allereerst keren tegen de opmerking van de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1956 | | pagina 16