25 mei 1956 167 eenmaal vaste voet aan de grond hebben, ze dan opnieuw over de premie willen praten. Spreker vindt dat volkomen zakelijk. Het bureau voorziet in een behoefte, zegt de heer Zeelenberg. Dat een negental gemeenten, waarvan 6 kleine, bij het bureau zijn aangesloten is voor spreker nog geen bewijs dat het bureau in een behoefte voorziet. Spreker heeft niet gezegd dat het een grote ramp zou zijn als het ambtenarencorps in tweeën zou worden gesplitst. Spreker heeft er alleen °P gewezen dat aanneming van dit voorstel dit tot gevolg zou kunnen hebben. Het devies aanhalende ,,Weersta in den beginne" gelooft spreker dat de ambtenaren dit goed gezien hebben. Spreker wil er voorts op wijzen dat deze regeling een zgn. bevroren regeling is, waar niets meer aan gebeuren kan of er treedt voor de ge- meente premieverhoging op. Er is gezegd dat we hiermede voor 3 jaar een goede regeling zouden hebben. Inderdaad, de ambtenaren zijn hier- mede gewaarborgd. Spreker acht het niet onwaarschijnlijk dat bij invoe- rmg van de regeling, het bureau op 15 juli of 1 augustus bij de gemeente komt met de mededeling dat zijn premie niet gehandhaafd kan worden Er staat nl. m de voorwaarden, dat de premie in de komende 3 jaren alleen maar verhoogd kan worden tengevolge van verhoging der verpleegprijzen geneesmiddelen, honoraria der doktoren, enz. Spreker verwacht dat dé verpleegprijzen zeer binnenkort verhoogd zullen worden in verbknd met de 3% loonsverhoging en de 4% gratificatie en de iaten we hopen 6% voor 1956. Dat vormt dan een argument om van de gemeente een hogere premie te bedingen. Ook de premies voor de ziekenfondsen zijn van 4 op 4-2% gebracht. De IZA-regelingen zijn hierin niet gevolgd, uitgesloten dan Limburg en Brabant, waarvoor spreker de redenen reeds heeft aan- gegeven. Maar bij de regeling van het bureau zal meer betaald moeten worden, tenzij de verzekeringsmaatschappijen zo nobel zijn om te zeggen dat ze deze meerdere kosten betalen zonder de premie te verhogen Spre- ker mag er niet aan geloven. De heer Scheer heeft vastgesteld dat de ziektekostenregeling een zegen is voor de ambtenaren en de huisvrouwen, maar zegt hij, de regeling van het bureau is voordeliger. De heer Scheer heeft niets van de achtergrond begrepen die spreker vanmiddag heeft proberen te schilderen. De heer Scheer heeft er op gewezen dat de vergoeding voor uitwendige genees- wijzen bij deze regeling hoger is dan bij de IZA-regeling. Spreker is juist met op de regeling zelf ingegaan omdat hij heeft toegegeven dat deze regelmg goed is. Als de heer Scheer dat wel doet, wil hij er op wijzen dat een vergoeding van 100% alleen maar geldt voor de B-groep, dus met een salaris van beneden f 6000,Voor groep A wordt evenals bij de IZA 90% vergoed. Spreker zou het op prijs gesteld hebben als de heer Scheer volledig was geweest bij zijn poging om de raad voor te lichten. De heer Scheer heeft niet bestreden dat men met de interprovin- ciale ziektekostenregeling zeer tevreden is. In het begin was men ontevre- den, maar dat ging over de wijze waarop de regeling werd uitgevoerd. Nadat hierover met 2 gedeputeerden en de hoofdambtenaar die de rege- ling moest uitvoeren een bespreking was gehouden, is het een stuk verbe- terd. Nadien kwamen geen klachten meer voor. De heer van Wijk heeft trachten te schilderen dat er bij de tegenstan- ders van deze regeling geen eenheid was, maar hij kan toch weten dat er een grote eenstemmigheid was over de vraag of de gemeente zich bij het IZA moest aansluiten. De heer van Wijk heeft het enigszins door laten schemeren alsof de bondsbestuurders in het georganiseerd overleg maar zo n beetje zonder de mensen die het aangaat er in te kennen hebben ge- sproken. Integendeel, alle organisaties hebben deze zaak met hun leden behandeld en daarvan machtiging gekregen om te pleiten voor het IZA. Als men het door de heer van Wijk aangehaalde rapport van de heer Tulp uit Amsterdam leest, dan vraagt men zich af hoe het mogelijk is

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1956 | | pagina 19