25 mei 1956
153
Als men spreker op de man af vraagt hoe hij de voorgestelde regeling
vindt, dan heeft hij geen moeite om eerlijk te getuigen dat zij materieel
naar haar inhoud een goede regeling is. Maar men moet dit zien tegen
de achtergrond van hetgeen spreker al gezegd heeft en nog zal zeggen.
Als de ambtenarenorgEmisaties er niet in slagen dat de IZA-gedachte
zich over heel Nederland uitbreidt, dan bestaat er grote kans dat men
de ambtenaren gaat indelen onder de sociale wetten. Daar heeft men al
herhaaldelijk pogingen toe gedaan en daar is men nog mee bezig. Spreker
mag er in dit verband op wijzen, dat er een ontwerp-invaliditeitswet be-
staat dat inhoudt, dat ook het overheidspersoneel daarin zal worden op-
genomen. Dat betekent dus, dat het bestaande goede invaliditeitspensioen
voor de ambtenaren op een of andere wijze zal worden verminkt of onge-
daan gemaakt. Men zit altijd maar aan de positie van het overheidsperso-
neel te tornen en te plukken. Als er geen bijzondere regeling voor het
overheidspersoneel komt ten aanzien van de ziektekosten, dan is de
volgende stap onherroepelijk, want dat is een twee-eenheid, dat dit perso-
neel onder de ziektewet zal worden gebracht, hetgeen betekent 80%
van het salaris bij ziekte, enz., en het teniet gaan van de goede voor-
waarden die het overheidspersoneel thans heeft.
Spreker heeft zich afgevraagd of de verzekeringsmaatschappijen maar
niet verstandiger gehandeld zouden hebben door zich voorlopig maar
te bepalen tot de houding van proberen tegen te houden en zich niet
rechtstreeks met deze zaak in te laten. Spreker zou het helemaal niet
onmogelijk achten als er op een later tijdstip voor de verzekeringsmaat-
schappijen een betëre kans zou komen als op dit moment. Thans roepen
ze niets anders dan weerstanden op, later zou misschien overleg mogelijk
zijn.
Het is de bedoellng van de ambtenarenorganisaties te zorgen dat er
een landelijke regeling komt. Dat zou b.v. kunnen beginnen met een
onderlinge clearing van de verschillende instituten. Spreker zal straks
wel te horen krijgen dat er meerdere instituten zijn die met belangrijke
tekorten werken. Spreker kan dat niet ontkennen want het zijn publieke
cijfers. Maar er zijn er ook die zeer beduidende overschotten hebben. De
Interprovinciale ziektekosten-regeling heeft nl. een overschot geboekt
van 279.885.46. Ook in Friesland, Overijsel en Noord-Holland, voor
welke laatste provincie de raad grote belangstelling zou moeten heb-
ben, zijn overschotten gekweekt. De provincie Noord-Holland heeft in de
eerste 8 maanden een overschot gekweekt van 11.000.Daar staan
tegenover het IZA in Noord-Brabant met een tekort van 110.000,en
het IZA in Limburg met een tekort van ongeveer 53.800,Spreker
wil er echter op wijzen dat er misschien toch wel een aanwijsbare reden
is waardoor die tekorten zijn ontstaan. In Limburg b.v. is men wat
optimistisch gestemd geweest. Daar is men begonnen met de premie niet
op 4 maar op 3.6 te stellen, de gemeente 1.8 en de ambtenaar
1.8%. Dit was het eerste IZA dat werd opgericht. Er is echter ook nog
een andere factor. Het zal de raad bekend zijn, dat in Limburg en
Brabant een groot deel van de gezinnen nogal vrij kinderrijk is. Dat
betekent voor de instituten een zeer zwaar offer, want kinderen zijn
deelnemers waar niet voor betaald wordt, Als in de ene provincie het
gemiddeld kindertal b.v. 2 is en in een andere provincie gemiddeld 4,
dan ligt het voor de hand dat in de laatste provincie de kosten voor het
IZA veel hoger liggen. In Noord-Brabant heeft men voor 1956 een premie
van 4.4% vastgesteld, waarbij bij het opmaken van de begroting nog
geen rekening is gehouden met een verhoging van de salarissen, het-
geen de inkomsten voor het IZA groter zou doen worden. Men verwacht
dat daar nu zelfs een overschot kan worden gekweekt.
Het ligt in de bedoeling om na verloop van tijd door een clearing de
nadelen van de ene provincie te vereffenen met de overschotten van