irrircsKÄTrc'Ä
27 september 1956 97
E. Voor een staande zerk van M. 2 X 1 op een grafstede7,50
Voor grotere zerken naar verhouding.
F. Voor een grafkelder voor elke grafstede van M. 2 X 1 6,
G Voor ieder ander voorwerp als bordje, kastje, kruis doos^enz.
op andere grafsteden dan vermeld onder 9 van dit artikel3,75
H. Voor het onderhoud van een graftuin of beplanting per enkeie g
grafruimte van M 2 X 1
Voor grotere grafsteden naar verhouding.
De rechten zijn verschuldigd zolang de vergunning van kracht is dus
ongeacht of de voorwerpen waarvoor de vergunmng geldt, al dan met j
aangebracht. Een gedeelte van een jaar wordt voor een geheel gerekend.
nooit minder bedragen dan 6,per kalenderjaar.
3 De berekening van het recht voor hek- of kettingwerken vermeld
onder D in het eerste lid geschiedt als volgt: de som van tweemaal de
lengte en tweemaal de breedte vermenigvuldigd met de hoogte wordt
gedeeld door 3 en het quotiënt vermenigvuldigd met f 6,—.
4 De berekening van het recht voor grafkelders vermeld onder F in
het' eerste hd geschiedt als volgt: de som van tweemaal de lengte en
tweemaal de breedte van de kelder wordt vermemgvuidigd met /1,—
5 Bii verzuim van betaling van het bovengenoemde recht zijn burge-
meester In wetoouders bevoegd om, wanneer binnen vier weken na de
verzending van een kennisgeving bij gewone brief aan het adres van de
gerechtigde vermeld in het register bedoeld m art. 8 dezer verorden g,
de betalfng niet is geschied, de zerken of andere monumenten te doen
wegnemen en opruimen.
6. Het onderhoud voor al hetgeen verder na vergunning van burge-
meester en wethouders, op de daarvoor afgestane ruimte is gesteld, blijft
voor rekening van de rechthebbende.
7 Bii verzuim van onderhoud zijn burgemeester en wethouders be-
voegd om wanneer binnen vier weken na de verzending van een kenms
geving bij gewone brief aan het adres van de gerechtigde vermeld m het
register bedoeld in art. 8 dezer verordening, niet m het onderhoud
zien öf wel ten koste der rechthebbenden in het onderhoud te doen voor-
zien of wel de beplanting, monumenten of andere versieringen te
wegnemen en opruimen.
8. De rechten onder 1° tot en met 7° van dit art. vermeld, kunnen
voor zover het betreft voorwerpen geplaatst op graven bedoeld m a t
onder 1 a„ voor de tijd van 50 achtereenvolgende jaren worden afgekocht
tegen betaling van een bedrag berekend naar 29 maal het recht da
krachtens de hiervoor gemaakte berekening per jaar zou zijn verschu -
dl?ndien het graven betreft bedoeld in art. 2 onder 1 b. en c., kunnen de
rechten voor de daarop geplaatste voorwerpen worden afgekocht voor de
lopende huurDjd tegen bltaling van een bedrag, dat volgens onderstaand
tarief wordt berekend.