96
3e Afd.
27 september 1956
VERORDENING SCHOOLGELD KLEUTERONDERWIJS.
De Raad der gemeente Heemstede;
gezien het voorstel van Burgemeester en wethouders;
gelet op de artikelen 269 en volgende van de Gemeentewet, op het
eerste lid van artikel 49 van de Kleuteronderwijswet, op het Koninklijk
besluit van 12 juni 1956, S. 324, en op de beschikking van de Minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen van 11 juli 1956, nr. 34168
(Ned. Stcrt. 1956, nr. 135);
BESLUIT:
vast te stellen de volgende
VERORDENÏNG OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN
SCHOOLGELDEN VOOR HET OPENBARE
KLEUTERONDERWIJS.
Artikel 1.
Aard van de heffing.
De heffing van schoolgeld voor het verstrekken van onderwijs aan
leerlingen aan de gemeentelijke scholen voor kleuteronderwijs geschiedt
naar de volgende regelen.
Artikel 2.
Schoolgeldplicht.
Het schoolgeld is verschuldigd voor elke leerling, die in het school-
geldjaar aan een school, als bedoeld in artikel 1, staat ingeschreven.
Artikel 3.
Aanwijzing schoolgeldplichtige.
1. Het schoolgeld is verschuldigd voor:
a. een leerling, staande onder de ouderlijke macht, door de vader, of,
indien de ouderlijke macht door de moeder alleen wordt uitgeoefend,
door de moeder;
b. een leerling, staande onder de voogdij van zijn vader of moeder,
door degene die de voogdij uitoefent.
2. Pleegouderlijke zorg vervult te dezen opzichte de plaats van de ouder-
lijke macht of de voogdij van de vader of de moeder. Onder pleeg-
ouderlijke zorg wordt verstaan de zorg voor onderhoud en opvoeding
van het kind van anderen, als ware het een eigen kind, onafhankelijk
van enige verpliichting daartoe of van het genieten van een vergoeding
daarvoor.
Mede wordt voor de toepassing van de verordening tot pleegouderlijke
zorg gerekend de verzorging door besturen of eigenaren van kindertehui-
zen en dergelijke inrichtingen.
Artikel 4.
Schoolgeldjaar.
1. Het schoolgeldjaar is gelijk aan het cursusjaar. Het omvat een periode
van 12 maanden.