14 februari 1957. 30 rechtvaardiRheid geen sprake is. Het is er mede als, om het in Heem- steeds taaleigen met de woorden van de wethouder van de bedrijven te zeggen toen het ging over het geen uitstel gedogend herstel van een gas- houder: „Als wij niet beslissen dan beslist die gashouder zelf wel Hier geldt hetzelfde. Zouden wij in Nederland niet komen tot een beperkmg er bestedingen in nationaal verband dan neemt de inflatie zelf wel een be- slissing en staan de geschetste gevaren voor de deur. In het oorspronkelijk rapport van de S'.E.R. kwam men uitgaa.nde van een inperking der bestedingen met 700 millioen gulden tot de volgende opstel g investeringen consumptie totaal Overheid (incl. overheids- bedrijven 125 75 200 Particulieren (excl. over- heidsbedrijven) 225 2f5 Als gevolg van de crisis in het Midden-Oosten en de daaruit voortvloei- ende stijging van het buitenlands prijspeil (verhoging van zeevrachten, van prijzen van grondstoffen enz.) zal de noodzakelijke beperkmg der be- stedingen thans wel op omstreeks 1 milliard gulden moeten worden ge- schat. Dit is in absolute zin een geweldig bedrag, maar m relatieve zm ongeveer 3 van het nationale jaarinkomen, hetgeen haalbaar moet zijn. De regering zal naar te verwachten valt, in deze of in een volgende week komen met een' nota over de beperking der bestedingen, welke ongetwij- feld de boven gegeven cijfers zal verhogen. Aangezien ook de gemeenten onder de overheid (incl. overheidsbedrij- ven) moeten worden gerekend, betekent dit, dat iedere gemeente in haar beleid hierbij betrokken is, met andere woorden, het gaat mede ons aan. Er is een debat ontstaan over de vraag wie de schuldigen resp. wie de meest schuldigen zijn, welke deze overbesteding in het leven hebben ge- roepen. Merkwaardig is het, dat in de Staten-Generaal de schuldvraag geen essentiele factor in de debatten is geweest. Naar mijn mening terecht vooreerst omdat eerst over enige jaren, wanneer meer volledig statistisch materiaal aanwezig is, objectief kan worden geanalyseerd, m welke sec- tor relatief de sterkste overbesteding heeft plaats gevonden. Bovenal echter omdat door zulk een debat de kracht wordt verzwakt, welke na- tionaal en gezamenlijk moet worden opgebracht om uit demoedgkheden te komen. Wanneer in een gezm, dat m fmanciele moeilijkheden verkeert en het zuiniger aan moet doen, man, vrouw en kmderen elkander verwijten gaan doen over de door hen gedane al dan niet nodige uitgaven, zaer van een werkelijk samen bezinnen over de vraag hoe het budget m even- wicht te brengen, niet veel komen. Toch moet ik omdat de gemeenten als de grote schuldigen in enkele publicaties zijn aangewezen bezwaar maken tegen een generaliseren oordeel over de nederlandse gemeenten. Er is een zeer verstandig artikel verschenen in de Economisch Statistische Berichten van 30 januan 1957 van J. Hasper, ook de heer Verhoeven heeft hiernaar reeds verwezen, ge- titeld: Geldmacht en gemeenterecht" naar aanleiding van de bekende, ik mag wel zeggen reeds beruchte, circulaire van de minister van bmnen- landse zaken, bezitsvorming en publiekrechterlijke bednjfsorgamsatie be- treffende de financiering van investeringen door de lagere pubhekrechte- liike lichamen. De schrijver zet duidelijk uiteen, dat de gemeentelijke fman- cieringsmoeilijkheden veroorzaakt zijn door de uitgaven voor de woning- bouw die het Rijk in 1948 op de gemeenten heeft afgewenteld, met de belofte in geval van nood te zullen helpen; voorts door de mvesteringen in de particuliere sector met fondsen van de institutionele beleggers, door het beletten van de gemeenten om ter kapitaalmarkt te komen door de aankondiging, dat de regering de besluiten van gedeputeerde staten tot

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1957 | | pagina 19