3i 14 februari 1957. goedkeuring van leningen boven een zeker rendement zal vernietigen, ter- wijl eveneens de regering de contingenten in de bouwsectoren niet tijdig heeft herzien ten gunste van de woningbouw. Hierdoor is de grote vlottende schuld der gemeenten ontstaan, waarbij op de geldmarkt in plaats van op de kapitaalmarkt moest worden ge- leend en deze kasgeldleningen moesten worden gecontinueerd, aangezien door de gemeenten niet ter goeder ure kon worden geeonsolideerd in lang- lopende leningen. Voor zover de stijging van de consumptieve uitgaven der gemeenten betreft, moge ik herinneren aan de koppeling van lonen en salarissen van rij'ks- en gemeentepersoneel, waarbij de gemeenten verplicht waren uit een oogpunt van verdelende rechtvaardigheid het beleid van de rijks- overheid te volgen. Voor een generaliserend oordeel over de gemeenten als de grote schul- digen aan de overbestedingen is er dan ook geen enkele aanleiding. Echter een generaliserend oordeel afwijzend, is het naar mijn mening zeer wel mogelijk, dat bepaalde gemeenten inderdaad op dit punt niet vrij uitgaan. En dat op de klassieke schets van Alexander Verheul over de studenten: Zijn er zo?" het antwoord moet luiden: ,,Zo zijn er". Wat de gemeente Heemstede betreft meen ik, dat dit oordeel hier niet van toepassmg îs. Er is steeds een verantwoord en voorzichtig beleid gevoerd ten aanzien van kapitaalsuitgavenEr zijn geen scholen als paleizen gebouwd, ons raadhuis is niet op luxueuze wijze herschapen en wij hebben geen millioe- nen kostende zwembaden gesticht. Hoewel er zeer terecht ên terzake van het raadhuis ên van een nieuw zwembad ên van meuwe scholenbouw rechtvaardige desiredata zijn, meen ik voorts, dat als wij m de toekomst hiervoor mogelijkheden vinden, wij met onze benen op de grond zullen blijven staan en naar behoorlijke en geen overdadige soluties zullen streven. Inmiddels hebben wij af te wachten wat straks bij de regermgsnota over de beperking der bestedingen uit de bus zal komen. Daarom acht îk het juist dat de begroting 1957 van de gemeente er een is, die getuigt van een wijze zelfbeperking, een begroting, die als het ware staat onder het bevel' Markeert de pas". Dit is geen zwakheid, geen gebrek aan visie en evenmin een gebrek aan dynamisch vermogen, maar dit getuigt van kracht, want naar het wijze woord uit het spreukenboek îs: „hij, die zich zelf beheerst sterker dan die een stad inneemt". Uit het voorsraande is duidelijk, dat in het raam van de algemene liinen die in de te verwachten nota der regering zullen worden gegeven, én t.o.v. kapitaaluitgaven én t.o.v. dagelijkse uitgaven beperkingen nodig ZUHet gaat echter in het gemeentelijk beleid niet alleen om beperking van uitgaven maar ook om verhoging van inkomsten of liever om een niet onthouden van redelijke mogelijkheden ook in onze gemeente op verant- woorde wijze meer inkomsten te verkrijgen. Deze mogelijkheid wordt ge- schapen in het rapport van de staatscommissie Oud, dat onlangs îs ver- schenen Laat mij hieruit alleen vermelden de mogelijkheid, om tot een zgn. „woonplaatsbelasting" te komen. Achtergrond van dlt aan de autonomie van de gemeenten, die zeer m het gedrang îs gekomen, meer relief te geven. Het thans aan de gemeenten overgelaten belastmg aebied betreft in feite retributies voor bewezen diensten, waarbij het draagkrachtbeginsel, dat naar communis opinio het emg juiste beginsel is, praktisch niet toegepast kan worden. Wij weten te goed dat hethui- dige gemeentefondsstelsel, waarvan de ontaardmg zeer terecht door de heer Verhoeven is geschetst, meebrengt, dat er în bepaalde gemeenten wordt afgeroomd om anderen in overmatige mate geld toe te schmven Wanneer wij bedenken, dat per inwoner der gemeente Heemstede gemiddeld

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1957 | | pagina 20