33 14 februari 1957.
de rekening zou aanwijzen, dan zie ik hierin geen overwegend bezwaar,
omdat ik verwacht gelet op de eenstemmigheid bereikt in de com-
missie Oud over het belastinggebied der gemeenten dat een meuwe
wettelijke regeling op kort zicht te verwerkelijken zal zijn overeenkomstig
het ontwerp van wet dat bij het rapport van deze commissie îs gevoegd.
Wanneer ik deze dingen zie, wil ik toch een woord van waarschuwing
doen horen. Ik meen dat de situatie wel meebrengt, dat wij ten opzichte
van verdere verhogingen van posten zeer voorzichtig moeten zrjn en dat
daarvoor ook geldt: ,,markeert de pas".
Nu nog enkele opmerkingen over de begroting. De regeling van de
tarieven moet tot ons leedwezen nog wat blijven wachten. Het vorige jaar
wenste ik de wethouder sterkte toe om met de Haarlemse Bakker tot een
zodanige regeling te komen, dat de Heemsteedse burgerij, om het Bak-
kersbeeld maar voort te zetten, met een naar prijs gevarieerd assortiment
kan worden bediend, d.w.z. tarieven voor dag- en nachtstroom, gezms-
tarieven benevens tarieven voor de middenstand en voor fabrieksafname.
Laat ik al wegen de laatste loodjes wat zwaar hopen, dat, om het
in ouderwetse zin te zeggen, Harlemia felix of in het nederlands ver-
taald gelukkig Haarlem, zich voor een behoorlijke regelmg zal laten
vinden Wellicht kan de wethouder hierbij gebruik maken van een tip,
die ik aantrof in het boekje „Heemstede in de franse tijd" door de heer
G van Duinen, uitgave van de vereniging Oud Heemstede-Bennebroek. In
het archief van de gemeente Heemstede berust een brief geschreven uit
Haarlem Deze brief werd gezonden naar aanleiding van de dienst die de
gemeente Heemstede destijds aan Haarlem heeft bewezen want er was
behoefte aan het onderbrengen van paarden. De gemeente Heemstede
schreef bereid te zijn om in 5 herbergen 77 Haarlemse paarden onder te
brengen. Er konden ook nog wel 77 manschappen logeren. Een paar dagen
later schreef Haarlem terug dat er minder soldaten en minder paarden
waren gekomen, zodat er dus plaats genoeg in Haarlem voor was. Maar
het gemeentebestuur schreef nochtans: „Wij betuigen onze hartelijke
dank voor de bijzondere blijken van hulpvaardigheid, welke gij ons hierbij
getoond hebt, 't welk wij bij alle gelegenheden zullen trachten te recipro-
ceeren." Er is dus alle hoop, dat het met Haarlem zal komen tot emd
goed al goed.
Nog een enkel woord over de woningbouw. Wij verheugen ons op de
verruiming van het contingent over de eerstvolgende 3 jaren tot naar
ik meen 185 woningen. Echter met bouwvolume alleen zijn we er met.
Nodig is, dat er reëele huizen komen en zo spoedig mogelijk.
Gelukkig dat de regering door haar overeenkomst met de institutionele
beleggers bij voorbaat op een deel der toekomstige besparmgen beslag
heeft kunnen leggen, zodat per jaar op pl.m. 800 millioen gulden zij het
tegen 414 hetgeen helaas "nogere huur zal meebrengen, îs beslag ge-
legd Laat Heemstede proberen hiervan voor de hier noodzakelijke wonmg-
bouw een behoorlijke portie te krijgen. In dit opzicht verwachten wiji van
het college alle diligentie. In het geciteerde boekje „Heemstede în de
franse tijd" las ik van een burger ,,van Lent", die, hoewel aangewezen
om deel uit te maken van het gemeentebestuur, in 1798 d.w.z. 160 jaar
geleden, weigerde dit ambt te aanvaarden. De huidige burger van Lent
heeft dêze taak wel aanvaard al is deze zwaar en daarom verwachten wij
dat al kan hij geen ijzer met handen breken hij de wonmgbouw met
de meest mogelijke kracht zal bevorderen, opdat de kanker, die knaagt.
aan onze volkskracht en ons gezinsleven, zal worden uitgeroeid. Nog
steeds blijft de woningnood, naast de dreigende mflatie, volksvijand no.
e6Over Maatschappelijk Hulpbetoon een opmerking. Wij verwachten dat
het gemeentebestuur de steunnormen zal handhaven respectievelijk deze